Weer naar Tokyo en naar Nederland
Woensdag 24 april 2024.
Vandaag begint de terugreis maar eerst nog het dagboek bijwerken. Dat zal ik vanavond nog een keer āmoetenā doen want morgenochtend wordt dat niks meer. Gelukkig ben ik iets eerder klaar dan anders. Ik spring nog snel onder de douche en pak daarna de āzooiā in. Ik good heel veel paperassen weg maar bewaar toch ook nog het nodige. In principle heb ik minder bagage dan op de heenweg, mijn Henro hesje heeft Nobuhiko meegenomen en ik ben natuurlijk al mijn klompjes kwijt. Wel heb ik een nieuwe rugzak en wat souvenirs, vooral de kleine poppetjes uit Matsuyama en de legpuzzels uit Kyoto nemen plaats in beslag, heel zwaar zijn ze gelukkig niet.
Ik check uit en vraag of ze mijn twee rugzakken willen bewaren tot vanmiddag. In het station ontbijt ik bij Mister Donut, een bekende keten hier in Japan. Koffie en een broodje met ook nog een koekje. De bar zit op de eerste verdieping van het station, helemaal aan de noordkant aan de rand. Het station is hier niet helemaal dicht en tot mijn verbazing zie ik duiven af en aan vliegen. Totaal niet mensenschuw lopen ze omder de tafels door om de kruimels op te pikken. Dat is blijkbaar niet de eerste keer want in een gangpad tussen twee tafeltjes ligt ook al vogelpoep zie ik. Ik eet snel verder en geef mijn dienblad aan de behulpzame medewerksfer.
Dan ga ik voor de laatste keer op pad, nog een bezienswaardigheid bekijken, het oude kerizerlijk paleis. Dan heb ik volgens mij de belangrijkste dingen wel gezien. Ik ben er zo, deze keer had ik goed gekeken waar ik moest zijn. Het weer is niet denderend, licht gemiezer. De cape die ik als osettai heb gekregen doet nog steeds dienst. Om 10.00 uur en om 14.00 uur iser een Engelstalige rondleiding, maar ja mijn bezoek zit daar net tussen in. Met de Engelstalige folder en de toelichtimg op de borden krijg ik er voldoende van mee, ook zonder goed werkende qr-code.
Terug op het station drink ik nog een keer koffie en bestel er een broodje bij, lunchtijd. Naast mij zitten twee vrouwen Engels te oefenen, ze hebben dezelfde studieboeken lijkt het. Ik roep wat over hun Engels en raak met ze in gesprek.. De jongere Sawa blijkt de oudere, Yoko les te geven. Ze is docente Engels en geeft daarnaast pianolesaan knderen, haar grote hobby. Het is een charmante dame en ze praat honderduit. We ruilen emailadressen en maken zelfs fotoās. Als ik nog eens naar Japan ga wil ze me desgewenst overal mee helpen zegt ze, we zullen zien. Voor de Henro ga ik sowieso nog een keer terug.
Ik zeg ze gedag en ga een kaartje halen voor de reis naar Tokyo-Narita over een klein uur. Dan heb ik nog voldoende tijd. De Shinkansen treinen vertrekken helemaal aan de zuidlamt van het station. Als ik daar de uitgang neem hoef ik de straat maar over te steken en ben bij mijn hotel. Ik verdeel de inhoud van mijn kleine opvouwbare rugzakje over de grotere twee en ga terug naar het station. De Shinkansen treinen naar Tokyo rijden af en aan, op twee perrons, wel zorgen dat ik de goede neem. Het weer blijftgrauw en grijs, dus van de Fuji zie ik niks, een zitplaats aan de goede kant van de trein helpt niet.
In Tokyo moet ik,overstappen op de trein naar Narita, het vliegveld. Ik hebzitplaats 1d, maar de coupes beginnen bij 7, ik begrijp het niet. Er zijn maar zes wagons, een paar stations verder komen er nog eens zes bij.die worden er aan gekoppeld. Ik had dus feitelijk dat eerste gedeelte helemaal geen plaats, de eerste coupe was er niet. Een andere passagier met stoelnummer 7d wijst me daarop, ik moet verkassen.De trein is nu twee keer zo lang nu wel met coupe nummer 1. Nu heb ik mijn plaats gevomden.om 19.00 uur ben ik op Narita, nu nog zoeken naar de juiste shuttlebus. Ieder hotel heeft blijkbaar een eigen bus. De derde bus is raak. Daar stappen ook de meeste mensen in, het wordt nog dringen met inchecken.
Dat gaat net als bij eerdere hotels echter automatisch en daarom vrij vlot. Als ik de deur van de kamer open hangt er een vieze lucht, ik blijk een rookkamer te hebben. Ik wist niet dat die nog bestonden. Ik wil niet overal moeilijk over doen, maar hier ben ik niet zo blij mee en ik besluit terug te gaan naar de receptie voor een andere kamer. Het duurt even maar dat wordt geregeld. De receptioniste vraagt voor de zekerheid of ik al wat heb gebruiikt in de rookkamer, nĆ©e. Morgen heb ik wel ontbijt maar avondeten is er niet. In de Lawsonās die in het gebouw zit koop iik eenbakje bami en laat die opwarmen. Je moet wat en samen met een blikje bier krijg ik het wel weg. Ook nu een ijsje toe. :-) Nog even badderen en dan naar bed. Ik moet er op tijd uit. De controles zullen lang duren en ik wil niet nog een keer bijna te laat komen.
Donderdag 25 april 2024.
Laatste reisverslag waarschijnlijk, hoewel, ik moet het helemaal afmaken. Dus ook als ik thuis ben, het kan altijd pas achteraf. Ik zit al in de wachtruimtes bij de gate. De controles gingen heel soepel, veel sneller dan in Amsterdam. Het is niet zo druk en/of veel beter geregeld. Alles automatisch, geen stempel meer of het standaard visum dat gecontroleerd moet worden op de looptijd. ik kreeg een sms van de KLM, ja wat ouderwets ondertussen maar die zie je meteen, daar heb je geen WiFi voor nodig. Nog twee uur te gaan. De vlucht KL 862 vertrekt een uur later maar is volgens het nieuwe schema een uur eerder op Schiphol. Dan gaat de turbo er wel heel hard op, Max Verstappen door de lucht. We vliegen toch nog steeds om Rusland heen neem ik aan, anders weet ik het niet. Ik hoor al veel Nederlands om me heen en dat is in alle opzichten zo ruimtevullend, heel anders dan de Japanners, de cooling down kan beginnen. Om de wachttijd te vullen lees ik het nieuws en een mooie, zeer informatieve reisblog op polarsteps, ook over Japan. Ik heb nog voldoende Ā„Ā„ dan hoef ik de volgende keer niet meteen te pinnen.Vanmorgen heb ik nog goed ontbeten, dus eten of drinken hoef ik voorlopig niet.
Bij de gate kunnen we in groepjes aan boord. Ik heb zone 3 maar heb het het wat laat in de smiezen, dus ik kom al bij zone 4 terecht. Maakt niet uit, ik heb een stoel bij de nooduitgang dus extra beenruimte. Ik hoop op Japanse buren, maar het is een jonge Nederlandse jongen en die is ook heel aardig. Het blijkt een streekgenoot te zijn, ik hoorde het al, uit Asten, dat is in de buurt. Hij is volgens mij nog geen 30 en voor de tweede keer in zijn uppie naar Japan geweest. Nu helemaal naar het noorden van Honshu en naar Hokkaido, bijzonder. Dat zijn niet de meest voor de hand liggende bestemmingen. Hij redt zich ook al engiszins in het Japans vertelt hij, bijvoorbeeld in de mini bars van een paar vierkante meter waar 7 mensen in kunnen. Dat kende ik niet. De jonge spontane stewardess vraagt ons belangstellend wat we gedaan hebben in Japan. Ze is een en al oor, leuk. We vertrekken en zwaaien Tokio symbolisch uit. Matane, zeker weten zeggen we allebei. Bij de toiletten is het een continu komen en gaan van passagiers. En dan maar hopen dat ze het net zo school houden als de Japanners dat doen. Een jonge Nederlandse vrouw moet haar peuter verschonen en vraagt netjes of ze even kan gaan zitten op die vierkante meter voor ons. Natuurlijk, die is van iedereen. Ze is al net zo onder de indruk van Japan als mijn buurman en ik en we roemen alle drie het vriendelijke, beleefde, lieve en beschaafde gedrag van de Japanners. Wat houden zij rekening met elkaar en wat kunnen wij daar veel van leren. Dat hoor je van iedereen. De stewardess vertelt dat Tokio samen met Kaapstad de populairste bestemming is onder het personeel. Ze blijven na de heenvlucht een paar dagen en gaan dan terug.
Ik luister af en toe wat muziek en speel wat spelletjes op het scherm en ik probeer wat te slapen maar dat schiet niet op. Alleen na een maaltijd als ik een wit wijntje heb gedronken lukt dat enigszins. We vliegen overdag en reizen met de tijd mee. Het wordt dus niet of nauwelijks donker, alleen even boven de Noordpool. Niet zo bevorderlijk voor de slaap. Na een uur of 12,13 komt dan toch eindelijk Nederland in zicht. Een Japanse vrouw moet nog snel naar het toilet. Ze moet even wachten en ik wens ze een fijne vakantie in ons land. Ze woont echter met haar Franse echtgenoot in het zuiden van de Elzas, dichtbij de Zwitserse grens en ze vliegt nog verder naar Basel. Ze vertelt dat Japan voor de toeristen goedkoop is maar voor de Japanners zelf is vooral het buitenland duur. Ze reizen dan ook minder dan voorheen denkt ze. In Tokio leven de taxichauffeurs van de toeristen, de Japanners nemen die daar niet meent ze.
De landing is zacht en heel goed. De stewardess is eveneens onder de indruk, maar zij heeft het ook heel goed gedaan, ze neemt mijn compliment dankbaar in ontvangst. Toch mooi om in je eigen taal te worden toegesproken in het vliegtuig. Ik heb alleen handbagage bij me dus ik kan na de automatisch paspoortcontrole meteen naar de uitgang. Mijn zus komt me normaal gesproken ophalen maar zij is deze keer zelf met manlief op vakantie dus dat gaat hem nu niet worden. Wandelmaat Reint is een goed alternatief. Hij appt dat hij wat later is, Ik antwoord hem en vertel waar ik ongeveer sta en even later staat hij voor mijn neus. Hij doet nog wat boodschappen voor het ontbijt van morgen. Ik kom met het OV vanavond niet meer thuis dus ik blijf bij hem pitten in Amsterdam . Avomdeten hoeven we niet meer maar koffie met cake gaat er nog wel in. Reint is natuurlijk benieuwd naar mijn ervaringen en vol trots laat ik hem mijn stempelboek zien. Hij moet er morgen weer vroeg uit en ik ben moe. We gaan dus bijtijds slapen. Hij op een matras in de woonkamer en ik in zijn bed in de slaapkamer.
Vrijdag 26 april 2024.
Een paar keer wakker geworden maar toch goed geslapen. Enigszins slaapdronken wist ik niet eens waar ik was. Om half zeven ben ik wakker en ik hoor Reint al. Om zeven uur ontbijten en Reint is voor acht uur al de deur uit. Hij geeft me een reservesleutel zodat ik de deur goed af kan sluiten, maar ik ga eerst nog een paar uur pitten. Tegen de middag weer opgestaan, douchen en naar de metro. In de trein naar Nijmegen komt een grote groep jonge pubers in de coupe, allemaal jongens. Ik schrijf mijn ervaringen dagelijks in dit dagboek en zij vertellen net luidruchtig in geuren en kleuren. Bij hun Japanse leeftijdsgenoten is in ieder geval het volume wat lager. De us in Kuuk sluit mooi aan op de trein en om drie uur ben ik eindelijk thuis. Mijn lieve zus kon me niet ophalen maar ze heeft wel een prachtige bos bloemen op tafel gezet met een mooi kaartje erbij. Fijn dat ik er weer ben.
Kochi en Kyoto
Vrijdag 19 april 2024.
Om 06.30 uur ben ik al weer wakker om verder te schrijven aan mijn dagboek. Het liefste maak ik het ās-avonds af maar dat lukt niet altijd. Mijn keelpijn is nagenoeg over maar ik ben nog wel aan het snotteren. Mori en Hiromi blijven me later vandaag maar tissues geven, hele pakken, ze zijn zo zorgzaam. Hiromi heeft op dit tijdstip al haar dagelijkse ronde van 2,5 kilometer gejogd. Ze begint iedere ochtend om 5 uur, dus nog in het donker, wat een discipline. Een lamp om haar nek zegt ze, of aan haar kleding en dan is het geen probleem. Het is daarom extra sneu dat ze rugklachten heeft, het is een vlieggewicht, daar ligt het niet aan.
Daarna maakt ze een heerlijk ontbijt klaar met gekookte eieren die al helemaal zijn gepeld en netjes door midden gesneden worden geserveerd, samen met ham, tomaatjes, brie en toast. Ze is er maar druk mee, Mori ligt waarschijnlijk nog op een oor. Er valt nog wat te wijzigen aan het traditionele rollenpatroon. Ik vraag of ik ergens mee kan helpen, maar dat hoeft niet. We nemen het er goed van en zitten lang aan tafel.
Rond tienen vertrekken we dan toch voor een dagje sightseeing. Het is nog een eindjerijden naar de haven voor de eerste stop. Er ligt een heel groot cruiseschip, goed voor 2.000 passagiers zegt Mori, dat zijn meer mensen dan dat er in mijn dorp wonen..... Het heet de Queen Elizabeth en is van het bedrijf Cunard, Brits zegt Mori, dat moet ook wel met deze naam. Mori schiet meteen āeen half rolletje volā met zijn mooie Nikon camera en dat zal de hele dag zo doorgaan. Daar staan de Japanners ook wel om bekend..... Later komen we in het overdekte winkelcentrum een hoop westerse toeristen tegen, daar zullen er ongetwijfeld. veel van het cruiseschip bij zitten.
Sorry dat ik het schrijf, maar ze zijn bijna allemaal (veel) te zwaar. Dat is behalve hun niet Japans zijn toch het eerste dat opvalt. Zeker in dit land waar bijna niemand last heeft van overgewicht, al is het zelfs hier aan het toenemen zegt Mori. De levensverwachting loopt terug omdat mensen te veel en te vet zijn gaan eten. Wij gaan naar het kasteel van Kochi, een van de 12 originele houten kastelen van Japan, ruim 400 jaar oud. Het eerder bezochte kasteel van Matsuyama behoort ook tot dit rijtje, dat van bijvoorbeeld Osaka echter niet. We doen de schoenen uit op fe houten vloer en lopen helemaal naar boven waar we een schitterend uitzicht hebben over de stad, de Grote Oceaan enz. ook al iis het door de hitte wel āheiigā of wat is een goede term. Bij het verlaten van het kasteel spreek ik wat Britten, inderdaad van het schip. Ze maken een cruise van twee weken van Tokio naar Nagasaki en weer terug. Ze doen blijkbaar alleen kustplaatsen aan want ze slaan Kyoto over. Dat is de culturele en ook vroegere hoofdstad van Japan en is een verplicht nummer als je voor de eerste keer naar het land van de rijzende zon gaat, de Hinomaru, zo mooi rond en rood op de vlag.
Dan is het al dik middag, Mori belt op naar een kennis voor de lunch, ik hoor dat hij het over mij heeft, een hito uit Oranda. Het is nog een half uur rijden naar het restaurant van Yoko-San en zij serveert lekkere ramen, noedelsmet vlees , ei en groenten. Het is een flinke portie en als Mori vertelt dat ik de Henro loop krijgen we ook nog osettai, extra rijst en groenten. Het is veel te veel en ik moet opletten dat ik niet op de mensen ga lijken die ik zojuist beschreef, dat is het laatste.... We krijgen nog gratis koffie na, ook een osettai. Ik baal dat ik geen klompjes bij me heb.
Het middagprogramma begint met een bezoek aan het papiermuseum. Hier laten ze gedetailleerd zien hoe er met de bast van een bepaalde boom, ik ben de naam even kwijt, papier wordt gemaakt. (Yvonne?j Ik wil het museum al inlopen, er is Engelse toelichting, maar Mori zegt dat iedere bezoeker het zelf mag proberen. Ik ga dus met behulp van de instructrice aan de slag. Het is te uitvoerig om te beschrijven maar drie kwartier later heb ik papier gemaakt en ik mag het meenemen. Mori heeft alles gefilmd en zet het wel op een USB-stick. Ik realiseer me meteen dat dit het werk is van de Nederlander Rogier waar Floortje Dessing een mooi programma over heeft gemaakt. Iedereen kent hem hier in Kochi zegt Mori en hij heeft hem wel eens ontmoet.
Dan is het de hoogste tijd om de de ācottageā van Mori en Hiromi te bekijken. Die ligt boven op een heuvel in Ino, ten westen van Kochi. Deze heuvel is eigendom van de familie Wada, nu van zoon Mori. Zijn ouders liggen hier begraven en hij steekt wierook voor hen aan. Ook groeit er veel bamboe en als die opkomt kun je die meteen afkappen en in de jonge plant zitten binnenin bamboescheuten, die je kunt eten. Ik mag met het vlijmscherpe mes ook een scheut kappen en schoonmaken, hij had het me beloofd. Alweer wat nieuws geleerd vandaag, zeer interssant.. Hoe kun je de natuur beter gebruiken. Het is geen roofbouw want het groeit als kool. Het kappen is niet bij te houden zegt Mori en het groeit maar een-twee maanden, in de lente. Ja, hij is veel aan het woord, Hiromi is terughoudender en laat hem zijn gang gaan. We lopen door naar de cottage en het terras wordt opgemaakt en āgeopendā We hebben een schitterend uitzicht over de rivier die we zijn overgestoken en over Ino. Het ligt aan onze voeten. Ze laten me de cottage zien binnen, alles is voorhanden, koelkast, tv, computer en een hele lading boeken. Ik drink een koud biertje en geniet van het panorama. Vanaf hier kun je alles in de gaten houden zegt alweer Mori. Zo ziet hij regelmatig later in de middag politie-autoās en postwagens bij de rivier.... het is dan ātechnisch weerā en nog te vroeg om terug te gaan naar het bureau dan wel kantoor..... :-)
We brengen de bamboescheuten naar Yoko-San, zij kan het goed gebruiken voor haar restaurant. Ontzettend aardig van Mori en Hiromi, zelf hebben ze al voldoende. Haar kleindochter is ook aanwezig, een keurig beleefd meisje. Ze zou graag naar Nederland willen gaan zegt ze maar haar Engels is nog wat te slecht. Misschien zou ze kunnen oefenen met een penvriendin. Mori en Hiromi hebben me de hele dag rond gereden en van betalen wilden ze niks weten. Nu is het eindelijk tijd om wat terug te doen. Gisteravond had ik ze al uitgenodigd om ergens te gaan eten en dat nemen ze gelukkig aan, zo neem ik Hiromi ook werk uit handen. Ze stellen voor om naar de Italiaan te gaan, niet zo ver van hun appartement. Mijn gastheer en gastvrouw nemen allebei een combi-menu,wel een verschillend en ik bestel een pizza.Nou ja, twee halve, dat kan hier blijkbaar ook, heel mooi. Eentje met vis en eentje met vlees. Witte wiijner bij, lekker. Hiromi is te moe voor een glaasje rode wijn zegt ze en Mori moet nog rijden dus ik zit als enige aan de alcohol. Daarna nog koffie met cake, grappa hebben ze niet. Mori kent het niet en zoekt het meteen op. Het zal me niet verbazen als ze dit bij een volgend bezoek van mij in huis hebben.
Ik sta nergens van te kijken, ik heb ze vorig jaar een kwartier gesproken toen ik ze op die heuvel tegenkwam en we hebben mailcontact gehouden. Een jaar later rijden ze een paar uur om mij ergens op te halen en mag ik zomaar een paar nachten bij hen logeren met gratis heerlijk eten erbij. Ik gebruik het woord heel vaak, hoeveel synoniemen zijn er, maar ik vind het van een ongelooflijk grote gastvrijheid getuigen. Kobo Daishi hoeft hen niks meer te leren, ze brengen net als Nobuhiko en Jiro alles al in praktijk, ze laten het gewoon zien.
Eenmaal thuis vraagt Hiromi nog of ik in de ofuro wil, ze brengt een handdoek en de gevouwen was van gisteren. Ik zeg dat een douche voldoende is en wens haar welterusten, ze slapen boven. Als ik mijn tanden ga poetsen en ga douchen zie ik op de keukentafel een glaasje water staan met een paar aspirines erbij. Ze denkt aan alles, ze kan zo de verzorging in, het is een schat.
Zaterdag 20 april 2024
Gisterenavond hĆØb ik mijn dagboek helemaal bijgewerkt dus ik kan blijven liggen tot Hiromi me voor het ontbijt roept. Ik ben wel eerder wakker, het is hier vroeg licht. Japan doet zijn bijnaam eer aan. Hiromi heeft er weer werk van gemaakt en er is onder andere ook eten van Yoko-San bij, in haar restaurant hebben we gisteren geluncht. Nog een osettai van haar, zij is ook al zoān lieve vrouw. We zouden rond 9 uur nog de heuvel naar tempel 32 oplopen, niet zo ver bij hen vandaan. Om een uur of 11 moet ik echter al naar het busstation voor de expressbus naar Kyoto, daar breng ik de laatste dagen van deze vakantie door. Mori stelt daarom mede vanwege mijn voort durende verkoudheid voor om dat maar te laten schieten. Ik vind het een goed plan. Er is daarom nog genoeg tijd voor koffie en ik pak mijn boeltje in. Mori neemt nog een paar laatste fotoās samen met de klompjes voor hen en ook voor Yoko-San Mori en Hiromi krijgen uiteraard wat grotere, die heb ik bij me, netjes ingepakt en wel. Ofschoon het er wel een beetje verfomfaaid uitziet na drie weken rugzak. Ze zijn met de inhoud niet minder blij en dat moet worden vastgelegd. Ik heb nu nog een paar klompjes over. Er komt als het goed is nog een ontmoeting.
Onderweg naar het busstation stopt Mori bij de Lawson en Hiromi stapt uit. Ik vermoed dat ze een flinke lunch voor me in gaat slaan, ik vang wat woorden op. Aan het volume van de plastic tas te zien is het tevens goed voor het avondeten en dat blijkt te kloppen. Het verbaast me niks. Ja, het is zoān lange rit zegt ze, dat klopt. We rijden het terrein aanhef busstation op en Mori parkeert zijn auto. De minuten tikken weg tot het 12.00 is, maar we āspottenā nog steeds geen bus. Dan zie ik mensen met rolkoffers naar een bushalte aan de straat lopen. Ik denk dat we daar moeten zijn. Als wij er arriveren rijdt de bus ook naar de halte. Mori neemt de aller- allerlaatste fotoās als ik de bus instap, Hij heeft me ook nog een USB-stick mee gegeven, die moet ik nog bekijken. Ik bedank hen heel hartelijk met een diepe buiging, en slik mijn opkomende tranen weg achter mijn mondmasker. Ik hou het net droog.
Donderdag had ik al een kaartje gekocht en ik kon nog de beste stoel uitkiezen. Helemaal links vooraan, met het beste uitzicht. In Japan rijden ze li is dus het stuur zit rechts. Ik zet de rugleuning wat naar achteren als ik de juist knop heb gevonden en zak lekker achterover. Er is iwifi al moet je die steeds opnieuw bevestigen als je een paar minuten niet aan het internetten bent. In de leuning zit een stopcontact zodat mobieltje en iPad voldoende opgeladen blijven. Ik plaats nog eens wat op Facebook ook in de Imternationale Henrogroep en lees de blog van Henrosan Yvonne, die nu ook in Japan is.
Onderweg stoppen we een paar keer voor een sanitaire pauze en mensen hebben dan de gelegenheid om tevens wat eten en drinken te kopen voor onderweg. Ik volg de route en denk dat we in het midden van Shikoku naar het Honshu gaan over de lange verbinding, brug, richting Okayama. Zo ben ik met de trein maar dan de andere kant op gereisd. De bus neemt evenwel een andere route, richting Tokushima in het Noordoosten, waar mijn Henro begon. Vanaf daar gaat het richting Honshu, het water over naar Osaka. Vervolgens Kobe en uiteindelijk Kyoto. Voordat we daar arriveren ga ik in de bus naar het toilet. Volgens mij is er niemand naar toe gegaan. Het is er schoon, maar dat is in Japan anders dan vaak in Nederland normaal. Het begin van het toiletpapier zit echter nog in een driehoekje gevouwen, dat zegt genoeg.
Iets voor half zes ben ik op het station van Kyoto. Het is er bijna net zo hectisch als in Tokyo als.ik naar de in- en uitlopende mensenmassa kijk. Heel wat anders dan het mooie lieflijke Shikoku dat een paar uur eerder nog voorbij gleed. Mijn hotel ligt vlakbij, maar wel aan de andere kant van het station, en het is hier geen āKuukā ..... Hoe en waar moet ik er overheen?. Maps.me wijst me denk ik de richting van trappen en roltrappen op, maar dat is nogal een U-bochtconstructie. Als ik eindelijk aan de andere kant ben zie ik dat er ook een looppad helemaal onderdoor is. Dat had ik beter kunnen nemen.
Afijn, tegen zes uur ben in ik in het hotel en laat het bad langzaam vollopen. Op de TV staat de het wifi-password, die is per kamer anders. Er is gelukkig ook een klein koelkastje, daar kan het restant van de lunch en de drankjes waaronder ook nog een blikje bier. Ik ga de deur niet meer uit en schrijf mijn blog. Morgen heb ik afgesproken met Seiko die ik vorig jaar helemaal in hĆØt zuidwesten van Shikoku zo op de grens van Kochi en Ehime heb ontmoet. Toen heb ik twee dagen met haar gelopen en dat was heel gezellig. Op station Uwajima heb ik haar uitgezwaaid, het centrum van de aardbeving van een paar dagen geleden. Vanaf daar ging ze toen terug hier naar Kyoto, haar woonplaats. Ze werkt in het oudste theater van Kyoto en misschien wel van Japan, het Minamiza theater. Daar is nu een expositie en ze heeft me uitgenodigd om daar morgen samen naar te gaan kijken en dat vind ik ontzettend leuk. Ik had haar nog een bericht gestuurd om de tijd en plaats af te spreken waar we elkaar kunnen ontmoetenen haar tevens eerlijk verteld dat ik wel wat verkouden ben. Ik was een beetje huiverig dat ze dan misschien af zou haken, maar ze kijkt er naar uit om me weer te zien schreef ze. Het genoegen is geheel wederzijds.
Zondag 21 april 2024.
Ik ben op tijd wakker ook al heb ik pas om 10.00 uur met Seiko afgesproken. Voor vandaag heb ik een ontbijt besteld hier in het hotel en ik kan tot 8.45 uur terecht, niet zo heel laat dus. Snel haal ik nog een scheermesje bij de receptie want ik wel er wel netjes op staan natuurlijk en mijn eigen mesje begint een beetje bot te worden,, al heb ik er meer bij me. In de hotellobby staat een tafeltje met wat bakjes erop waar de gasten van alles kunnen pakken, kammetjes, tandenborstel, scheermesjes, douchemuts enz. Allemaal wegwerpspul, niet zo heel duurzaam, ik wil er zo min mogelijk gebruik van maken, maar zondig een keer. Ik ben wel wat gespannen om haar weer te zien, maar ik vind het vooral ontzettend leuk dat ze de hele dag voor me heeft vrij gemaakt. Prompt snij ik me eenbeetje voor op mijn kin. Het stelpen duurt even maar uiteindelijk houdt het op. Ik voorkom gelukkig wel dat er een bloeddruppel op mijn mooie witte Henro t-shirt valt Dat wil ik haar natuurlijk showen.
Uiteindelijk kan ik naar het ontbijtbuffet, Japans en westers. Ik ben laat en sommige dingen zijn al op al is er nog meer dan genoeg. Het lokaal doet nogal aan een kantine denken, plastic tafeltjes en stoeltjes allemaal keurig achter elkaar. Ik denk dat ik er de komende dagen maar vanaf zie. Eenmaal terug op de kamer is het tandenpoetsen en spullen pakken. Seiko heeft me geappt dat ze al in de trein zit en in aantocht is, ik ben op tijd beneden. Zij is ook voor tienen in de hotellobby op de derde verdieping, ze ziet me meteen en ik haar. De begroeting is wat onhandig, dat werkt in Japan anders dan in Nederland, maar ik geef haar toch een voorzichtige knuffel. Ze heeft een guitig, vrolijk lief gezicht en ze zal de hele dag regelmatig blijven lachen en wat giebelen, ik word er helemaal blij van. Het weer is niet bepaald je van het, het regent en dat zijn ook de voorspellingen voor de rest van de dag had ik op buienradar gezien, maakt niet uit, het gezelschap vergoedt alles. Ik heb een cape en een plu bij me.
Seiko stelt voor om eerst een dagkaart te kopen voor al het openbaar vervoer in Kyoto. Goede actie, niet al te veel lopen met dit miezerweer. Het kost Ā„ 1.100 ongeveer ā¬ 7 geen geld. Ik mocht het programma samenstellen, zij kent natuurlijk al heel Kyoto. Ze woont in een prachtige stad, de culturele hoofdstad van Japan met heel veel UNESCO Werelderfgoed. Ik ben er 22 jaar geleden geweest toen ik voor de eerste keer in Japan was, maar kan me niet meer alles precies herinneren.Als eerste gaan we naar de gouden tempel, gelegen in een prachtig park. Met de sakura en een zonnetje erbij is het hier vast en zeker nog mooier, maar ik geniet van de mooie feeĆ«rieke tempel die spiegelt in het water wat er voor ligt. Seiko wijst me erop daar ook een foto van te nemen. Ik volg haar advies braaf op.... :-) Er zijn ondanks het mindere weer drommen toeristen. Ik hoor veel Spaans om me heen, in de bus hier naar toe ook al, opvallend. Duits bijvoorbeeld nog heel weinig. Veel toeristen kopen een stempelboek en laten van iedere tempel een stempel erin zetten. Seiko en ik halen arrogant onze neus er voor op, het Henro stempelboek, dat is het echte werk!
Het is al dik middag en we hebben zin in iets warms, koffie. We vinden een leuk barretje in een zijstraatje, klein maar fijn. Seiko had gevraagd of ik de Henro-kaart mee wou nemen. Ik heb er zelfs twee bij me, van heel Shikoku en van Ehime. Die mooie stevige die ik van die aardige mevrouw in de Noukyoucho had gekregen, ik kreeg die gratis bij mijn stempel. Ik laat Seiko de route zien die ik gelopen heb en zij wijst me op de route die nog komen gaat in Kagawa. Ze geeft me tips waar ik op moet letten. Ik heb niet alles onthouden maar tegen die tijd vraag ik het nog wel een keer. Ze zegt dat ik nog wat pittige heuvels en tempels voor de boeg heb, inderdaad. Deze dappere dame heeft die al allemaal bedwongen. De volgende keer is het met tempel 66 meteen weer raak. Tot mijn verbazing zie ik dat die in Tokushima ligt en niet in de laatste prefectuur Kagawa. In dit gedeelte van Shikoku loopt er een smal stukje Kagawa over Tokushima heen richting Ehime. Vanuit Ehime moet je bijna wel via Tokushima naar Kagawa. Een beetje zoals Noorwegen helemaal om Zweden en Finland loopt.
Behalve een gouden tempel is er ook een zilveren. Via het bekende twee kilometer lange filosofenpad waar je onder de kersenbomen al wandelend tot rust kunt komen lopen we er naar toe. Ook hier weer veel toeristen bij deze andermaal mooi gelegen tempel. Tussen de heuvels van Kyoto, daar wandelt Seiko vaak een gedeelte van de Kyoto trail vertelt ze, in totaal 50 kilometer lang. Vanaf de achterliggende heuvel hebje een prachtig uitzicht over deze tempel zegt ze. Misschien iets voor een volgend bezoek. Seiko maakt weer af en toe fotoās van me en ik dus ook van haar. Uiteindelijk ook een selfie. Ik vraag haar of ik die op mijn weblog, mijn dagboek mag plaatsen en dat vindt ze goed. Ik zet ze niet op sociale media, daar doet ze niet aan.
Dan is het de hoogste tijd om naar haar werkplek te gaan, het meer dan 400 jaar oude theater Minamiza, het moet zo ongeveer het oudste van Japan zijn. Een paar keer vervallen of afgebrand maar in de originele staat hersteld. We gaan er met de bus naar toe en wandelen het laatste stukje. Het ligt midden tussen andere gebouwen, maar valt meteen op. De voorgevel is werkelijk prachtig. Het interieur is zo mogelijk nog fraaier, als ik de grote zaal zie, krijg ik kippenvel, zo mooi. Ze is zo gelukkig en blij als ik dat haar vertel, misschien had ze daar nog twijfels over, nou dat is echt nergens voor nodig. Haar collegaā s hebben nu dienst, ze gaan heel vriendelijk, liefdevol, respectvol en grappig met elkaar om. Ik merk dat ze heel blij en trots is op haar baan en terecht. Wie zou hier nIet willen werken. Ze had mijn komst natuurlijk al lang en breed aangekondigd, de monden vallen niet open van verbazing, nou ja, er zit een masker voor. Seiko vertelt me van alles over de tentoonstelling over de kostuums die in film entheaterproducties worden gedragen en wat de diverse tekens erop betekenen. Heel leerzaam, op het hoofdpodium staan ook nog voorwerpen en kledingstukken uitgestald en daar eindigt de expositie, heel bijzonder. Seiko vraagt een collega of hij een foto van ons wil maken, dan kunnen we vanwege het licht wel beter knielen, op onze hurken zitten, zeggen ze.
Wat een bijzondere, mooie ervaring. Ik ben er stil van, Seiko heeft ook gewoon mijn kaartje van een paar tientjes betaald. Ze had als medewerkster blijkbaar evenmin gratis toegang als ze van buitenaf de tentoonstelling wil bekijken. Als ze aan het werk is kan ze er natuurlijk gratis een keer langs lopen als ze naar het toilet moet of wat dan ook. Wij lopen richting de foodmarket, een ander hoogtepunt van Kyoto, dat overal wordt genoemd. Ook hier wemelt het van de toeristen. Het is een lange overdekte markt van honderden meters of nog meer. Seiko koopt viscrackers voor haar moeder, die vindt ze zo lekker zegt ze. Even verderop drinken we een half glaasje sake. Het glaasje staat in een houten bakje, die krijg je ook in de lunch van de Nederland Japan vereniging. Ja, bij speciale gelegenheden wordt er uit hethouten bakje gedronken weet Seiko. Ze vertelt chauvinistisch maar vast naar waarheid dat Kyoto water zo ongeveer het beste van Japan is en daarmee ook de sake. Die was heel lekker.
We willen gaan eten, nu is het mijn beurt om Seiko uit te nodigen, zij mag kiezen. Ze weet een leuk restaurant hoog boven het station, daar moeten we toch zijn. Het is er druk en we moeten nummertjes trekken. Ze had zin in steak maar die zijn helaas al op. Ze hebben nog wel hamburgers, vast en zeker veel lekkerder dan bij de McDonalds, ik kom daar verder nooit. Ik bestel er ook eentje, wel een ander menu dan zij, en ik neem er rode wijn bij, Seiko houdt het bij water. Tot slot koffie en dan zit de dag er bijna op. Ik grijp diep in mijn rugzak en haal er de laatste klompjes uit, speciaal verpakt en wat groter dan de andere. Kawaii zegt ze zo leuk. Ze wijst me de weg terug naar het hotel en we nemen met een knuffel afscheid. Matane zeggen we en niet sajonara, tot weerziens dus.
Tijdens het eten sprake we weer over de Camino, haar beste vriendin heeft die vorig jaar gelopen vanaf de Franse grens en Seiko zou het haar graag nadoen. Vorig jaar had ze het daar ook al een paar keer over. In Japan zijn de vakanties alleen niet zo lang en de enige mogelijkheid om lang weg te gaan is je baan opzeggen. Dat wil ze natuurlijk niet. Ze kan vast iets anders vinden maar ze wil in het prachtige unieke theater blijven werken. Eenmaal terug op mijn kamer verwerk ik de indrukken van deze bijzondere dag, toch wel een hoogtepunt deze vakantie. Hoe zou ik haar kunnen helpen. Kan ik een brief sturen naar het theater laat haar alsjeblieft een paar maanden naar Spanje gaan. Ze zien me al aankomen, zoān rare buitenlander die niets van de Japanse gewoontes en mores begrijpt. Het kan misschien haar positie zelfs wel schaden als ik dat voor haar of namens haar zou durven te vragen. Ik breek me het hoofd, Wie kan er iets voor haar betekenen om haar droom waar te kunnen maken? Ik gun die lieve schat alles en ik hoop van harte dat het er ooit van komt. Moe van het denken en van alle indrukken zet ik het bad maar aan. Ik bekijk mijn mailtjes en appjes en reageer hier en daar. Maar snel gaan slapen, het is al middernacht. Het dagboek komt morgen wel.
Maandag 22 april 2024.
Op internet zie ik dat NEC het helaas niet heeft gered in de bekerfinale. Jammer voor de Nijmegenaren en voor een paar collegaās, fanatieke supporters van die club. Ik ga snel aan de slag met mijn dagboek, er valt heel wat te schrijven over gisteren. Dat duurt een paar uur en dan vergeet ik hier en daar nog wat. Tussendoor eet ik mijn laatste sandwich op van Mori en Hiromi, die lag nog in de koelkast. Die is nog goed en samen met wat water is dat mijn ontbijt. Om half elf ga ik pas de deur uit, dat werd tijd.
Eerst naar de VVV in het station. Ik heb een lijstje geprint met de belangrijkste bezienswaardigheden in Kyoto en ik wil in ieder geval nog naar de 1.000 toriās., de prachtige rood zwarte, Fushimi Inara-Taisha. Een van de belangrijkste bezienswaardigheden in Kyoto naast de tempels die ik gisteren al heb bezocht. Ik vraag of ze een plattegrond van Kyoto hebben en of ze me de weg kunnen wijzen. Waar moet ik zijn en hoe kom ik er. De mevrouw legt het geduldig uit, het is niet zo ver. 5 minuten met de trein. Als ik het kantoortje uitloop zie ik het pas aan de muur hangen. De belangrijkste trekpleisters staan daar vermeld met het juiste vervoermiddel erbij. Hoe kun je er het beste naar toe. Dat weet ik dan voor morgen en woensdag.
Het voelt gek om weer alleen op pad te zijn na al die dagen gezelschap. Nog in Shikoku Nobuhiko en daarna Mori & Hiromi en hier Seiko. Je moet weer alles zelf uitzoeken. Dat is wennen, maar wel leuk. Ik denk slim te zijn en koop weer een dagkaart voor het openbaar vervoer., net als gisteren. Ik loop naar het perron voor de lokale lijnen, maar mijn kaartje wordt niet geaccepteerd. Die is alleen voor de bus en de metro, maar nietvoor de JR treinen. Er gaan soms dingen mis. Ik moet de lokale trein hebben want de trein naar Nara stopt niet overal. Bij station Inari moet ik eruit, aan de zuidkant van Kyoto. Het krioelt er werkelijk van de mensen. Aan de overkant gaan er al weer mensen terug. Het perron is bijna te klein, het staat bomvol. Of ze van een concert of sportwedstrijd terug komen, niet normaal. Ik hoef de meute maar te volgen richting de ingang, dat is aan de overkant van de straat. Er staat al snel een grote torii, poort en daar achter tempels maar ook veel gebouwen, kramen waar ze van alles verkopen. Eet- en drinkwaren en allerlei (goedkope) souvenirs. Achter de tempel begint de route naar de heuveltop en daar loop je steeds door een lange rij van aaneengesloten rood-zwarte poorten, toriiās, het is een prachtige belevenis.
Je hoort alle talen van de wereld, er moeten hier heelveel landen vertegenwoordigd zijn. Het is een behoorlijke klim en af en toe kun je ergens uitrusten bij een van de vele eet- en drinktentjes onderweg. Er zijn ook diverse begraafplaatsen op de heuvel waar vaak de kleine poortjes bij staan, in mini formaat. Die kun je ook overal kopen. Een lift of kabelbaan is er niet, dat valt sommige toeristen zwaar aan het gehijg en gesteun te horen. Hun t-shirts zijn al compleet doorweekt, helemaal nat van het zweet, die kun je uitwringen. Je hebt bovenaan een heel mooi uitzicht over Kyoto, ik koop net als veel anderen een ijsje en geniet ervan. Daar zie ik dat er ook een paaltje van de Kyoto trail staat. Seiko kent dit uiteraard en heeft dit beslist al vaak gezien, maar dus ook tijdens het lopen van deze wandeling rond haar stad.
Het is tijd voor de afdaling en die gaat weer door net zo veel poortjes als tijdens de klim. Ik heb het idee dat het iets rustiger is, het is nog een uur naar beneden en ik moet onderhand naar het toilet. Tot mijn geluk en verbazing zie ik er vrij snel eentje. Onverwacht. Het toiletpapier is op maar ik heb papieren zakdoekjes bij me. Als ik nog verder afdaal loop ik een galerijtje binnen en daar hebben ze mooi porselein, lakwerk enz. Ik zie ook puzzels liggen van de toriās en van de zilveren tempel waar ik gisteren met Seiko ben geweest. Ik koop ze allebei, dat doe ik vaak van toeristische bezienswaardigheden die ik ooit heb bekeken. Ik heb een behoorlijke verzameling, maar ik heb ze nog niet allemaal gelegd. Ik neem me voor om dat met deze wel snel te doen, Japan tenslotte.
Ik ga terug naar het JR station en wil de trein naar Gion nemen, de bekende historische wijk van Kyoto. De medewerkster van de VVV had dat vanmorgen op de kaart omcirkeld. De goed Engels sprekende medewerkster van het station, het staat op haar badge, vertelt me echter dat ik dan naar een ander station moet van de Keihan lijn. Volgens mij een privemaatschappij. JR, Japan Railways is publiek, van de staat. Het station is een paar honderd meter verder, met maps.me kan ik het gemakkelijk,vinden. Bij de kaartjesautomaten is het zoeken. Welk station moet ik hebben en hoe duur is dat.
Het station blijkt vlakbij het Minamiza theater te liggen, sterker als ik het station uitga loop ik er voor langs. Het moet het station zijn waar Seiko uitstapt als ze naar haar werk gaat. Ik hoop niet dat ze me ziet vanuit haar kantoor, straks denkt ze nog dat ik haar achtervolg......
ik ga snel een andere kant op, op weg naar Gion. Met behulp van mijn mobieltje kom ik er, wel op op gaan letten met de batterij. Het is een mooie oude wijk met historische huizen en veel tempeltjes, ook is er een prachtige pagode van 5 verdiepingen en verderop zie ik een groot boeddhabeeld dat ik van een afstand fotografeer. Er zijn veel vrouwen die in kimono rondlopen, ook veel westerse toeristen. Je kunt die allemaal huren voor een uur of nog iets langer, inclusief witte sokjes en houten teenslippers, zodat je je even een Japanse dame waant. Mannen kunnen overigens ook traditionele kleding huren. Ik zie stelletjes die dat hebben gedaan. Er zijn heel veel winkeltjes, barretjes en restaurantjes en ik kijk af en toe op de menukaart die buiten hangt. Een restaurant ziet er leuk uit en ze hebben behalve Japans eten ook veel westers eten op de kaart. Tapas en zelfs paella. Dat is een van mijn lievelingsgerechten en ik besluit om hier te gaan eten. Het is alleen nog veel te vroeg, amper vier uur. De zaak gaat pas om vijf uur open dus dat duurt nog even. Er is hier genoeg te zien en ik loop nog wat straatjes af. Ik moet wel opletten dat ik het terug kan vinden, dat is niet mijn sterkste kant.
Om half zes ben ik toch op de juiste plek beland en ik kan naar binnen. Het loopt al aardig vol en de diensters spreken allemaal goed Engels. Het merendeel van de gasten lijken me ook toeristen, ik zie weinig Japanners. Er loopt ook een blond meisje in de bediening, duidelijk evenmin van hier. Ik krijg een leuk tafeltje aan de zijkant snik wil ook een voorgerecht bestellen maar de serveerster zegt dat de paella een grote portie is dus ze raadt me dat af. Heel aardig van haar, ook al is het niet zo zakelijk. Het formaat blijkt mee te vallen. Ik eet het zonder problemen allemaal op met een glas witte wijn erbij. Er is ook nog plaats voor een toetje en koffie met een borrel. Ze hebben hier van alles zie ik boven de tap.
Ik heb lekker gegeten en dan mag het wat kosten. Nog steeds lopen er veel toeristen rond in de ondertussen mooi verlichte straten. Het is half acht en ik ga terug naar mijn hotel waar ik een uurtje later arriveer. Ik check mijn mails en apps en laat het bad vollopen. Daar blijf ik lang inzitten, zo warm mogelijk. De verkoudheid is nog steeds niet helemaal over. Ik blijf nog wat snotteren. Om 22.00 uur begin ik aan mijn dagboek maar het blijft bij een paar regels, ik ga slapen.
Dinsdag 23 april 2024.
Het einde van mijn vakantie nadert. Dit is de laatste volledige vrije dag. Morgen terug naar Tokio, maar zover is het nog niet, hoewel, als ik dit schrijf... De laatste dagen werk ik steeds in de ochtend mijn blog bij en nu dus ook. Daarom ben ik weer later op pad en er moet ook nog worden ontbeten. Een eindje naast het hotel zit een restaurant waar je zelf je ontbijt kunt samenstellen met diverse gerechten. Je kunt die allemaal op een automaat selecteren en vervolgens daarin afrekenen. Je krijgt een bonnetje en in no time staat het eten op tafel. Nou ja, daar kun je het zelf mee naar toenemen. Voor Ā„ 700, nog geen ā¬ 5 heb je dan prima gegeten. Rijst, ei met bacon, zalm, misosoep en gratis water of groene thee erbij. Er zijn meer toeristen die dit bedacht hebben, de prijs is een derde van het ontbijt in het hotel.
Vandaag wil ik naar de tempel die Seiko me heeft geadviseerd maar wat was de naam ook weer? Iets met een B? Ik twijfel en denk de verkeerde te hebben dus ik ga terug. Dan kijk ik nog eens goed bij de hoogtepunten van de VVV, nee ik had wel de goede. Mijn reistijd is wat langer geworden dan de bedoeling was, ik ben er pas na de middag. Maar zolang je met je treinkaartje niet uitcheckt kun je ook hier op en neer blijven reizen...
De Byodoin tempel, dat was de naam is ook al weer prachtig, aan de zuidkant van Kyoto. Het is eveneens UNESCO Werelderfgoed. Volgens. Ik heeft Kyoto er zo ongeveer het meeste van in naar stadsgrenzen. Voor de hoofdhal, de Phoenixhal moet je extra entree betalen. Er zit een grote boeddha in lotushouding. Aan de muur hangen allerlei kleinere booedda figuren. Allemaal verschillende, schitterend houtsnijwerk. De gids vertelt alles helaas alleen in het Japans maar er zijn Engelse folders voor de buitenlanders. Hierna kun je in het museum die houten beelden (kopieƫn dan wel originelen) goed en van dichtbij bekijken, wat een precisiewerk allemaal. Het is nog steeds droog dus ik loop nog een rondje door de tuin, het omliggende park.
Niet al te lang want ik wil nog naar het Arashiyama park helemaal in het westen van de stad. Deze keer heb ik mazzel met het vervoer. Ik pak de JR lijn en kan meteen in de sneltrein instappen terug naar het Centraal Station in Kyoto, daar moet ik overstappen op een andere lijn. Ik kom weer langs Manneken, waar ik vanmorgen nog een wafel heb gekocht. De zaak heeft als logo het beroemdste beeldje van Belgie. Ook het vervolg van de reis gaat goed. Ik heb hier nog een paar uur om wat rond te kijken. Het is een heel mooi natuurgebied met tempels, een bamboebos, hoger op de heuvel een apenpark enz. Ik kan niet alles zien, daarvoor is het te druk en te groot op de smalle paadjes en weggetjes. Weer veel en grote groepen bezoekers, ik zie veel vlaggetjes van de reisgidsen waar de mensen dan achteraan lopen. Ik bezoek nog uitgebreid een tempel, alweer UNESCO. Tegen sluitingstijd komt er nog een grote groep scholieren. Het duurt even voor ik mijn schoenen weer aan kan trekken. Je moet in de tempel op sokken lopen op de houten vloeren, ze zijn al wat bezweet van een hele dag rondsjouwen.....
De laatste avond hier wil ik okonomiyaki eten, de bekende Japanse pannenkoek. Er zijn twee versies van, maar hoe en wat? Ik had vanmorgen al gegoogled maar ik vraag me af of ik dat nog kan vinden en mijn batterij is al een heel eind leeg. Ik vraag op het station naar een dichtbij gelegen restaurant waar ze het lekkere gerecht serveren. Nou in het station zelf. Dat is een stad(je) op zich, maar uiteindelijk heb ik het gevonden. Er staat een rij buiten het restaurant te wachten. Nummertjes trekken, een half uur later zit ik aan tafel. Ik bestel er met alles erop en eraan, specialiteit van het huis. In het midden van ieder tafeltje zit een bakplaat. Daar wordt de pannenkoek op geserveerd. Vervolgens kun je die met een klein spatelmesje in stukken snijden en op je bord leggen en opeten met de stokjes. Ik bestel er bier bij en daarna ook nog sake. Een chocolade ijsje na en dan nog naar het badhuis Ume-Yu, ook een tip van Seiko.
De baliemedewerkster die me verwees naar het okonomiyaki restaurant weet ook hoe ik hier naar toe moet gaan. Per bus, de vierde halte, vertrek vanaf perron A2. Dat lukt prima, daar stap ik uit maar hoe nu verder. Het zou vlakbij zijn. Aan de overkant van de straat is een hotel en daar vraag ik het nog even na. De receptie is al dicht maar als ik bel komt er een mevrouw tevoorschijn en zij wijst me de weg, het is maar een paar honderd meter. Het is een leuk klein badhuis, maar toch met diverse baden en ook een sauna. Er zijn veel buitenlanders en ik raak aan de praat met een Australiƫr van een jaar of 40. Hij komt uit Melbourne en is mrt zijn gezin, vrouw en twee kinderen voor net eerst hier in Japan. Tokio, Kyoto en Osaka, dat is het reisschema. Het bevalt hem prima, vooral de lage prijzen. Hij houdt het voor gezien en wenst me nog een prettig verblijf in Japan. Van hetzelfde. Ik ga er ook uit en bij het afrekenen valt mijn oog op geinige onsen- sokken. Ik koop een paar. De bus terug rijdt net voor mijn neus weg, maar 5 minuten later komt de volgende al en zo heb ik vandaag toch nog gebruik kunnen maken van mijn gisteren gekochte dagkaart die ik vandaag pas heb afgestempeld. Terug in het hotel drink ik het blikje bier van Mori en Hiromi nog op. Het stond nog in de koelkast. Ik eet er een klein zakje macadamia nootjes bij, dat had ik eveneens nog op voorraad. Tanden poetsen en naar bed.
Laatste dagen Henro deel 3, Ehime prefectuur.
Dinsdag 16 april 2024.
Mijn lijf is nog vermoeid van gisteren als ik wakker word. Ik check zoals iedere dag de mailtjes, appjes en de eventuele reacties op mijn dagboek en als ik al die leuke, lieve berichten lees fleur ik weer helemaal op. Na het ontbijtbuffet, een combinatie van westers en Japans eten neem ik de trein van 8.00 uur, op het station hier vlakbij. Die zit weer vol met scholieren, ook voor hen begint een nieuwe dag. Ze zijn allemaal in uniform, keurig in het donkerblauw. De jongens met een jasje met goudkleurige knopen en hier en daar een te grote broek. De meisjes metplooirokken, vaak met een soort Schotse ruit (?) Zij stappen op hetzelfde station uit als ik voor hun lessen op waarschijnlijk de junior high school, tot hun 15e meen ik.... (Yvonne?)
Tempel 62 ligt pal naast het station, ik ben er al voor half negen. Bij de ingang staat een mooie oude stenen wachtpost, paal, de oudste van alle 88 tempels. Het is opnieuw zoning weer na de bewolking vsn gisteren. Dat kwam toen heel goed uit met die lastige beklimming, men zegt de zwaarste van de Henro. Ik heb alles bij elkaar heel veel geluk met het weer en met Nobuhiko San die mij al het geregel uit handen neemt. Het is nog rustig bij deze tempel maar op weg naar de volgende zie ik meer Henro San. Ik kom ze tegemoet dus die lopen tegen de klok in. Bijzonder moeilijk omdat de route bepijld is van tempel 1 naar tempel,88, maar niet andersom. Ik hoot later van Nobuhiko dat dit vaker voorkomt in schrikkeljaren, heel apart.
Bij het verlaten van tempel 63 moet ik weer even zoeken naar de route. Een monnik die het terrein afloopt ziet het en wijst me de weg. Dat tegen de klok in lopen is niks voor mij. Dan ben ik binnen de kortste keren het spoor bijster en ik heb veel bewondering voor de Henro die dat doen. Zij moeten nog wel naar tempel 60, die mazzel heb ik dan weer. Een ātegendraadseā Henro vraagt hoe het was en ziet er net als ik gisteren behoorlijk tegen op. Nobuhiko vertelt ās-avonds bij het eten dat dit te maken heeft met het leap year. Ik ken dat Engelse woord niet en snap het dus niet. 29 februari verduidelijkt hij, oh schrikkeljaar. Dan gebeurt dat dus veel, bijzonder.
Net voor het bereiken van tempel 64 schrik ik even, pal voor mijn voeten steekt er vanuit de berm ineens een hagedisje de straat over. Tempel 64 is de laatste vandaag en tevens de mooiste. Heel rustig en sereen gelegen in het bergachtige gebied rond Mount Ishizuchi. Dan ben ik drie uur onderweg en heb nog geen 6 kilometer gewandeld dus nog geen grmiddelde van 2 km. per uur. Ik moet gas gaan geven. Nog een 18 km. te gaan. Ik zet er de sokken in en bereik vrij snel het centrum van Saijo City. Dan bedenk ik ineens dat ik wel naar het hotel kan gaan waar ik logeer. iIk laat de Henro tas achter in het hotel, er zijn geen tempels meer vandaag en Ik kan gaan lunchen. Ook de regenkleding kam met een gerust hart uit de bagage. Ik mail Nobuhiko dat ik naar verwachting om half vijf bij de afgesproken plaats ben waar hij me op zal halen. Bij Lawson Station, de supermarkt die hier bijns op,iedere straathoek staat haal ik wat te eten en te drinken.
Het is bijna half twee als ik weer op pad ben. Het wordt nu echt warm en ik koop een ijsje bij de volgende Lawson.Heel veel zaken, instituties heten in Japan station. Ik weet niet waar het mee te maken heeft. Na nog een dik uur lopen zie ik Nobuhiko San, na een week afwezigheid. Het is leuk om elkaar weer te zien. De taxi rijdt voor en brengt me terug naar het hotel. Eerst nog even de onsen in en dan gaan eten. We vangen twee keer bot omdat de zaak is volgeboekt. Ik vertel Nobuhiko dat het bij de derde vast lukt, in Nederland is er een spreekwoord voor zeg ik hem. Dat gezegde is hier ook van toepassing, het is het andere uiterste want hier zat helemaal niemand. Nobuhiko bestelt eerst een halve liter bier en dan een hele... de halve was te snel leeg .... en ik kan natuurlijk niet achterblijven. Ik vertel hem dat het niks meer wordt met de afterparty en hij is akkoord. Morgen dan maar op de laatste avond. We gaan terug naar het hotel maar ik ben nog lang niet klaar. De was in de machine gestopt en daarna in de droger. Tussendoor heb ik de dag van vandaag doorgenomen en alles weer vastgelegd. Nog twee dagen Henro te gaan.
Woensdag 17 april 2024.
Gisterenavond nog twee keer een uur de was willen drogen maar die is nog net zo klam als toen die uit de wasmachine kwam. Vannacht tijdens mijn sanitaire stop nogmaals naar beneden gegaan en opnieuw geprobeerd. Ik ga weer slapen en voordat ik ga ontbijten onderneem ik nog een poging in een andere ādrogerā. Ik heb alle knoppen ondertussen gehad maar het resultaat blijft hetzelfde. Ik zit dus met een grote plastic Appie Happie tas met klamme kleding. Dat ik een nog half natte onderbroek en dito t-shirt aan moet trekken vind ik niet zo erg maar vochtige sokken vind ik wel heel vervelend. Dat is vragen om problemen en ik krijg ze ook maar amper over mijn voeten gestroopt.
Tot overmaat van ramp ben ik ook wat verkouden geworden en heb een schorre keel, ik denk door de vele ventilatoren en aircoās die op veel plaatsen hard aanstaan. Kortom, het beste is er wel vanaf en ik moet misschien eigenlijk wel in quarantaine.... . Nobuhiko brengt me netjes naar de Family Mart waar hij me gisteren heeft opgehaald. Hij wil zelf nog een keer naar tempel 60 klimmen, de laatste superzware twee kilometer. Ik vraag hem waarom, dat heeft hij toch al gedaan. Hij blijkt twee stempelboeken te hebben, een groot boek als wandelende Henro en de andere kleinere voor de overige vervoersmiddelen dat kan ook nog een keer wandelen zijn. Verder vertelt hij dat dit niet gebruikelijk is, Henro die vaker de route hebben afgelegd hebben toch maar een stempelboek, nieuwe stempels worden een beetje half over de oude gestempeld, zeg maar als een rijtje kaarten in je hand of op tafel. Dat wist ik niet, interessant.
Het weer is opnieuw prima, misschien wel te goed. Het is in principe een simpele vlakke etappe van 22 kilometer, zonder tempels. Toch zie ik er tegen op vanwege de fysieke mankementen. Ik ben pas laat weg, rond half tien en Nobuhiko vraagt hoe laat ik ongeveer bij het hotel ben waar ik zelf naar toe kan lopen. Het ligt bijna aan de route en is dus vandaag het eindpunt, ook van mijn Henro van dit jaar, budgethotel Live Max in Shikoku Chuo City. Onderweg pin ik nog keer bij een postkantoor, dat gaat weer goed met mijn normale bankpas, in ieder geval geen geldzorgen meer. Ik loop weer verder en een kwartiertje later, dus ruim een kilometer verder wil ik mijn routegids erbij pakken om te kijken waar ik ben..... maar ik grijp mis....mijn boekje ligt zeer waarschijnlijk nog bij het postkantoor, dus terug. En als ik ergens niet vrolijk van wordt is het teveel, dubbel lopen..... maar ja, er zit niks anders op, Het routeboekje moet je bij je hebben, ook voor alle informatie. Ik kan me wel voor mijn kop slaan maar ja, dit hoort er ook bij en je doet het tenslotte allemaal zelf.Ondertussen voel ik al een paar blaren aan beide voeten, het wordt een pittig dagje met nu extra kilometers en de zon begint ook te branden. Ik probeer de moed erin te houden en gebruik de lunch bij een volgende Family Mart, een sandwich met een koud drankje en een heerlijk ijsje. Ik kan daar ook mooi naar het toilet en je kunt er rustig in een hoekje je eten en drinken nuttigen, dat is fijn.
Vandaag zie ik heel weinig Henro, ik kom er een paar tegen, Taiwanezen, die dus de andere kant opgaan. Zou dat verhaal dan toch kloppen van dat schrikkeljaar? Verder spreek ik heel af en toe kort iemand langs de weg, twee woorden Japans en drie woorden Engels, dan houdt het wel op. Ik ben vooral druk met mezelf en ben ongelooflijk blij dat ik om vier uur bij het hotel ben. De geschatte tijd klopte, dat dan weer wel. Obuhiko is ook net gearriveerd. Hij laadt al mijn bagage uit en brengt die naar mijn kamer. Wat is het toch een ongelooflijk, aardige lieve man. Steun en toeverlaat, manusje van alles enz. Ik zeg hem dat hij de moderne Kobo Daishi is, hij wordt er verlegen van.
Mijn kamer is heel groot, er is een douche, bad en toilet en er liggen al drie futons op de tatamimatten. Ik spreid mijn natte kleren uit over de vloer en hoop dat ze zo nog wat kunnen drogen. Ik prik mijn blaren door, maar eentje achter op mijn hak aan mijn rechtervoet zit onder het eelt en daar kan ik niet goed bij. Die doet nog zeer. Ondertussen is het vijf uur, hoogste tijd voor de bijna aan zee gelegen onsen. Daar knap ik weer wat op, ze Herben diverse baden en zelfs twee saunaās, een gewone en een zoutsauna. Dat kende ik nog niet, je kunt je lijf dan helemaal met zout insmeren, schijnt goed te zijn, maar voordat je dan weer in een onsen gaat moet je er dat natuurlijk wel afspoelen. Nobuhiko is er eerder uit dan ik en hij durft niet in het koude bad. Nou, dat hoort er ook bij. Hij wacht buiten wel, maar daar zie ik hem niet..... Ik trek een drankje uit de automaat en loop dan maar terug naar het hotel dat ik al bijna niet meer kan vinden. Het is al donker, maar het gebouw is hoog en bij daglicht kon je in grote letters bovenop de naam zien. Als ik weer op mijn kamer ben app ik hem, daar heb ik WiFi. Hij bedoelde met buiten, in de relaxruimte, in de ligstoel. Hij komt ook wel naar het hotel zegt hij. Tijd om te gaan eten voordat alles dicht is maar dan zie ik een of andere grote kakkerlak door mij kamer flitsen. Dat gaat hem niet worden, dan doe ik geen oog dicht.
Regelneef Nobuhiko gaat naar de receptie en ik krijg een andere kamer. Die is een stuk kleiner maar ook met alle sanitaire voorzieningen ensuite of hoe het heeten een bed. Dat vindt ik toch fijner dan de matjes. Omdat we alle spullen.vier verdiepingen naar beneden moeten slepen besluit ik om de natte spullen dan hier nog maar in de droger te gooien. Deze werkt gelukkig wel, het kost Ā„ 100, die in het vorige hotel was gratis...
Dan kunnen we eindelijk gaan eten, voordat alles dicht is. Nou het valt mee, Nobuhiko mag kiezen, het is de laatste avond. Hij houdt van vlees en gaat naar een soort barbecuerestaurant. In het midden van de tafel zit een rooster met een grote vlam eronder dat is de barbecue en daar kun je je eigen vlees grillen. We bestellen er salade bij, noedels en rijst en natuurlijk bier. Ik daarna nog een wijntje en Nobuhiko nog veel straffer spul. We hebben een heel mooi gesprek en ik vraag hem waarom hij mij nou juist heeft uitgekozen om mij zo te helpen. Hij zegt dat er met hem iets gebeurde op de dag dat hij mij vorig jaar ontmoette. Ik vind het heel bijzonder en ontroerend en krijg er tranen van in mijn ogen. Hij legt het me nog wel eens uit in een e-mail zegt hij. Zijn Engels is toch net onvoldoende voor genuanceerde, gedetailleerde gesprekken. Dat van mij trouwens ook, dat kan denk ik alleen in je moedertaal. Kortom, hou het Nederlands hoog, maar dit terzijde. We nemen nog een toetje met Belgische chocolade en gaan terug naar het hotel. Ik ben te uitgeput om nog aan mijn dagboek te beginnen, dat wordt morgen.Het was een zeer zware dag die op een heel mooie manier is afgesloten.
Donderdag 18 april 2024.
Om goed 22.00 uur ben ik gaan slapen en ik denk een goede nachtrust te hebben. Maar dan een uur later...... de hele kamer schudt en trilt..... Earthquake wordter geroepen, melding op mijn telefoon of op de intercom van het hotel, ik weet het niet. Ik schrik me een ongeluk, trek een lange broek aan en vlucht de kamer uit..... op de gang staat een andere westerling. Even geschrokken en verbouwereerd als ik. Wat te doen? Japanners zie ik niet. Ik dag dat ik naar de receptie ga. De dienstdoende mevrouw zit heel rustig aan haar bureau en straalt geen enkele paniek uit. Dit is hier vaker aan de hand, op nieuwjaarsdag nog. Daijoubu zegt ze, niks aan de hand, komt in orde, ik doe echter geen oog meer dicht en kan de slaap niet meer vatten.
Er wordt gewaarschuwd voor meerdere schokken maar die blijven gelukkig uit. ās- morgens hoor ik van Nobuhiko San dat het episch centrum in de buurt van Uwajima lag, in het zuidwesten van Shikoku, hemelsbreed ongeveer 100 kilometer schat ik van de plaats waar ik nu ben. Iets ten noorden daarvan, in Uchiko ben ik mijn Henro dit jaar begonnen. Ik kom dus redelijk gebroken mijn bed uit en heel fit was ik al niet. Daarom maar snel het bad vol laten lopen, zo warm mogelijk, daar knap ik wel wat van op. Ondertussen begin ik aan mijn blog, nog een dag in te halen. En de spullen moeten weer gepakt worden.Allemaal voor half negen, de tijd dat ik met Nobuhiko in de hotellobby heb afgesproken. Nu is er geen personeel te bekennen. Bij het inchecken had ik al betaald, ontbijt wordt hier niet geserveerd, ik leg de kamersleutel in een mandje en we kunnen gaan. Eerst nog ergens gaan eten, Nobuhiko San weet een leiuk restaurantje, daarna zet hij me bij het beginpunt af.
De laatste etappe is een korte maar wel een venijnige, tempel 65 ligt op 350 meter hoogte dus boven het Drielandenpunt. Ik ben wel moe, maar dat moet kunnen. āAl mot ik kruupe.....ā zouden ze in Nijmegen zeggen en in mijn woonplaats is dit dialect hetzelfde.... Nobuhiko San zou halverwege bij een rusthut staan voor de laatste aanmoedigingen, een drankje enz. Er zijn echter meerdere routes en de bepijlde volgt een andere weg, dus ik loop hem mis. Het laatste stuk is lastig maar de beloning is er naar. Een heel mooie idyllisch gelegen tempel, Een van de mooiere in Ehime en dus van deze reis. Boven ligt een Japanse Henro languit op een bank, die is net zo moe als ik. Ik zie ook nog een lange Henro de trap op lopen, vanwege het mooie weer in korte broek. Dat moet ook een buitenlander zijn. Japanners zullen dat niet snel doen, die bedekken heel hun lichaam tegen de zon. Huidkanker zal hier dan minder voorkomen dan in andere landen zou je denken (?) Ik moet nog even wachten op Nobuhiko San. Hij had mijn Henro tas zodat ik die zelf niet hoefde te dragen. Als hij is gearriveerd kan ik voor de laatste keer deze Henro de rituelen afwerken, de kaarsjes, wierook enz. Mijn laatste wens is voor Kobo Daishi en voor de moderne versie Nobuhiko San. Ik haal mijn stempel bij de vriendelijke monnik en daal de trap af naar het parkeerterrein waar Nobuhiko bleef wachten.
Het was een heel mooie Henro met letterlijk en figuurlijk hoogte- en dieptepunten. de ene dag voel je je prima en de andere dag een heel stuk minder. Echt pelgrimeren zoals al terecht werd gesteld. Ik vind Ehime een prachtige prefectuur, diverse heel mooi gelegen tempels, zoals tempel 45, 60, 64 en deze laatste 65. Een kortere route maar door het behoorlijk hoogteprofiel toch heel pittig. Ik ben heel blij en dankbaar dat ik dit heb kunnen doen, dat ik met een heel goed gevoel deze derde ronde heb af kunnen sluiten, vooral dankzij de hulp van Nobuhiko. Hij heeft ontzettend veel betekend voor mij, alles geregeld en het mij in alle opzichten zo licht mogelijk gemaakt. Ik vraag me af hoe het zonder hem was gelopen.....
We rijden naar een parkeerplaats ergens langs de snelweg waar we hebben afgesproken met Mori en Hiromi uit Kochi. Daar verblijf ik de komende dagen. Wij zijn er wat eerder en lopen nog naar de rivier vlakbij de parkeerplaats, ik geef Nobuhiko nog wat laatste souvenirs, osettai, uit Nederland en Japan en bedank hem heel hartelijk. Ik vertel hem nogmaals dat hij een moderne Kobo Daishi is maar daar wil hij niks van weten. Zeg dat niet en zeker niet waar anderen bij zijn antwoordt hij. Ik zal me er aan houden. Mori (man) en Hiromi (vrouw) zijn ook gearriveerd, ze zwaaien al van verre. Ze dragen allebei mondmaskers, ja, dat is Japans, ik herken ze meteen. We drinken nog thee, koffie binnen en dan laad ik mijn bagage van de ene auto over naar de andere, mijn grotere rugzak en mijn mooie Henro dagrugzak, waar ik de hele route mee gewandeld heb. We nemen nog wat laatste fotoās. Mori heeft een mooie camera en met een heel diepe buiging neem ik afscheid van Nobuhiko. Hij gaat naar Tokushima. Het stond op het laatste gedeelte van mijn Henro al overal aangegeven. De hoofdstad van de eerste prefectuur waar ik 9 jaar geleden begonnen ben, toen nog met Kimi. Zijn moeder woont er nog 94 jaar oud ondertussen zei hij. Morgen gaat hij terug naar Osaka, zijn woonplaats. Klassieker van the Shoes, wel heel lang geleden....
De afstand van Shikoku Chuo City naar Kochi is niet zo heel groot, minder dan 100 km. We moeten wel dwars door Shikoku van Noord naar Zuid, maar hier in het midden is het eiland het smalste. Over de snelweg met veel tunnels zijn we er zo. Ik Dommel af en toe wat in vanachter mijn mondmaskerdat ik vanwege mijn verkoudheid draag. Mori stelt voor om eerst naar het busstation te gaan om een kaartje te kopen voor zaterdag als ik verder reis naar Kyoto. Met de bus duurt dat ongeveer zes uur, het is de handigste verbinding. Er is namelijk geen directe treinverbinding dwars door het eiland. De spoorlijnen liggen voornamelijk langs de kust. Daar loopt veelal ook de route. Je kunt dus vaak gebruik maken van de trein, heel praktisch.
Na het busstation gaan we boodschappen doen voor het avondeten. Hiromi koopt wel heel veel zie ik, het mag hun gast aan niets ontbreken en Mori loopt ondertussen naar de drankafdeling voor het bier. Op weg naar hun huis wijst Mori me nog op tempels 31 en 32 die hier liggen. Op weg naar die laatste tempel bovenop een heuvel heb ik hen ontmoet. Jiro liep toen ook nog mee. Als we door de stad rijden kan ik me sommige dingen nog wel herinneren. Ze wonen in een mooi appartementencomplex aan de zuidrand van Kochi, circa 300.000 inwoners met uitzicht over de Grote Oceaan, prachtig.
Hiromi bergt de boodschappen op en Mori wijst me al de logeerkamer. Van de bank maken ze vanavond een bed. Hij laat me een paar fotoboeken zien van al hun wereldreizen. Ze zijn nu 70 plus en hebben geen kinderen. In 1978 al hebben ze met een kleine motor hun eerste wereldreis gemaakt tot in Europa en de VS, wat een avonturiers. Ze zijn toen onder andere in Afghanistan en Iran geweest, toen ging dat nog zonder problemen vertelt Mori. Boven aan de muur hangen veel oude en al wat vergeelde fotoās, zoals een historisch UNESCO monument in Afghanistan dat de Taliban hebben vernietigd omdat het niet islamitisch was of in strijd daarmee. Ik ben de naam even kwijt, maar wat een treurigheid, dat land. Hierna hebben ze dit nog een paar maal herhaald. Reizen die soms wel twee jaar duurden, ongelooflijk.
We drinken nog wat en Hiromi laat de ofuro vollopen, hoe warm vraagt ze. Ik zeg normale temperatuur, 40 graden maar dat had vanwege mijn verkoudheid nog iets warmer gemogen, dacht ik daarna. Ik zet de kraan zelf nog even wat hoger. Ik blijf er lang in zitten tot het wat frisser wordt dan ga ik eruit. Als ik fris en weer aangekleed de keuken inloop zie ik dat het eten al klaar staat. Ik kan meteen aanschuiven, bier erbij en later nog wat sake. Hiromi drinkt rode wijn. Dat vindt ze het lekkerste bij het eten. Mori vertelt diverse hilarische anekdotes van al zijn wereldreizen. Kostelijk om dat te horen, zijn pretoogjes verraden hoe zeer hij er van heeft genoten en hoe hij het zich herinnert. Ze zijn āoveralā geweest en kennen mensen uit de hele wereld waar ze nog steeds contact mee hebben en die ze ook ontvangen als ze in de buurt zijn. Ze moeten een dagtaak hebben aan alle correspondentie....
Hiromi geeft me nog een aspirine tegen de verkoudheid, misschien niet zo handig met alcohol, maar ja. Ik schrijf al een beetje aan mijn dagboek en ga slapen. Dat doen zij ook, Hiromi staat morgen op tijd op. Iedere ochtend om 5 uur (!) maakt ze een ommetje. Ze ziet er nog heel jong en fit uit, geweldig.
Op weg naar tempel 60, aankomst bergop.
Vrijdag 12 april 2024.
Vroeg uit de veren want het is weer wandelen geblazen, ik zie door het gordijn al dat het een mooie dag gaat worden. Ik check al voor het ontbijt uit, voor zeven uur. De deur van de ontbijtzaal staat al op een kier, ik maak ze een paar minuten voor zeven, helemaal open. Iets te vroeg, misschien niet helemaal correct. Er staan echter ook al Japanners achter me die wellicht haast hebben, net als ik. Het ontbijt wordt meteen geserveerd en ik eet het binnen vijf minuten op, het kan wel. Mijn bagage staat al beneden, maar ik heb mijn drinken in de koelkast laten gaan dus ik moet nog een keer terug. Toch om 7.10 uur weg, nog 10 minuten om de tram te halen achter de winkelgalerij, dat moet lukken, het is maar een par honderd meter. Ik heb zelfs nog tijd om rond de klok te lopen en de informatiete lezen. Een voetonsen zit er niet meer aan, al s er plek genoeg op dir vroege tijdstip.
Het is een heel oud trammetje, niet zoān moderne als gisteren. De snelheid zit er evengoed in en dat is het belangrijkste. Ik arriveer op tijd bij het station van de Japan Railways, JR. ik moet even goed kijken welk perron ik moet hebben want er vertrekken twee treinen om 08.10 uur. Gelukkig heb ik perron 1, dan hoef ik de trap niet over. De mensen staan netjes in de rij tussen de twee lijnen te wachten terwijl een medewerker de coupes inspecteert en alle stoelen omdraait. Je reist in Japan altijd in de rijrichting, geweldig.
Net oor half negen arriveer ik op het station waar ik eergisteren ben geƫindigd, Iyo-Hojo. Het is weer een grotendeels vlakke etappe vandaag, opnieuw langs de kust ban de Seto zee, maar wel een lange met op het einde wee tempels, nummers 54 en 55. Om half negen ben ik gestart, het is werkelijk prachtig wandelweer. Toch zie ik weinig Henro, beter gezegd, vooralsnog geen. Dat is me al een aar dagen opgevallen, vorig jaar was het naar mijn idee veel drukker. Na een uur wordt ik staande gehouden door een heel oud krom gebogen vrouwtje. Ik zie dat ze twee mandariijnen in haar handen heeft. Osettai voor mij. Ik heb een nieuwe voorraad klompjes aangesproken en er voor vandaag twee in mijn tas gestopt. Nu zit er eentje minder in.
Ik loop verder langs de kust en soms zelfs boven het zeewater. Het fietspad hangt iets over de zee. Door de roosters zie ik het water tegen de muren klotsen. Mijn tanden zitten dir jaar vast, geen probleem. Tegen de middag moet ik naar het toilet en ga naar de Family Mart. Bij deze kleine supermarktjes koop ik dan altijd wat. Dat komt goed uit want het is bijna lunchtijd. Een mierzoet drankje dat op cassis lijkt, eenkoude plak gebakken rijst, een soort ongepaneerde nasischijf en rijstcrackers. Ik peuzel en drink het aan de zijkant op een muurtje op en ben in gedachten verzonken. De oude maar fitte Japanse Henro merk ik daarom niet op. Hij legt een snoepje naast me neer. Als ik weer vertrek zie ik hem in de verte maar ik haal hem niet meer in.
Hij neemt vaak parallelwegen van de hoofdweg, dan ben je even iets van de drukte weg en het is ook een stuk veiliger. Na ee(n halve of hele kilometer komen die steeds weer op de doorgaande verkeersweg uit. Op een van die parallelwegen staat een excentrieke Japanner zijn auto zorgvuldig te poetsen. Het is een dikke Mercedes met gllittersteentjes over de hele carrosserie, een foute bak als je het mij vraagt.. Bij de volgende rust ga ik even naar het strand en laathet water over mijn schoenen lopen. Het water is ook al op een goede temperatuur volgens mij. Ja, behalve kersenbomen groeien er hier ook palmen, het is subtropisch.
Tegen drieƫn bereik ik eindelijk de eerste tempel van vandaag. Ik zie al van verre een heel groepje ouderen, helemaal in het wit gekleed. Er is ook een leuk, lief ouder echtpaar en die lopen! Ze laten me hun schema zien en dan zie ik dat ze zelfs tegen de klok in lopen, andersom dus. Dat is ontzettend knap want die route is nauwelijks of niet gemarkeerd. Ik vermoed dat ze dan ook al de route kloksgewijs hebben gelopen. Ik neem mijn petje af, ook voor hun vriendelijke lieve gedrag. Volgens mij zijn ze heel gelukkig met elkaar en nog zo sportief, heel mooi om te zien. Ik haal mijn stempel en ga op weg naar de volgende tempel maart dan gaat het helemaal mis. Ik vind vanuit de tempel de wandelroute binnendoor niet en ga daarom maar terug naar de hoofdweg. Dat is dus een eind om, zeker als ik daarna ook nog een afslag mis. Het wordt nu wel heel krap voor tempel 55, ze gaan om 17.00 uur dicht. Ik kan alleen mijn stempel wel ophalen maar dat wil ik niet. Daarom besluit ik om naar het hotel te gaan, JR Clement Inn in Imabari. De tempel ligt nog een kilometer verder. Ik heb dik 30 kilometer gelopen en ik heb het helemaal gehad. De receptionist geeft wat restauranttips, waar kun je wat eten, Het is echter een Japanse plattegrond, dat schiet niet op. Ik laat het bad vollopen en besluiit om in het hotel te blijven. Ik heb nog wat chips en nootjes dus dan maar wat snacken als avondeten. Tussen 18.00 uur en 21.00 uur kunnen we hier gratis drinken. Ongelooflijk, ze hebben wijn, sake, whiskey, alles. Zelfs creme de cassis van De Kuyper uit Schiedam. Nederland is niet ver weg. Onder het genotvan een wit wijntje schrijf ik mijn blog, de zakjes snacks blijven dicht.
Zaterdag 13 april 2024.
Ik ben weer vroeg opgestaan omdat ik de bagage nog moet sorteren. Ik kom hier morgenavond weer terug dus wat neem ik mee voor de komende dag, overnachting in het cabinehoteleen eindje verderop, wel met een heerlijke onsen erbij. Mijn kamer is een chaos na de vermoeiende dag gisteren. Gelukkig heb ik goed geslapen. Het ontbijt is heel uitgebreid. Er is een buffet met Japans eten en westers eten. Ik neem daarom ook twee soorten bestek mee naar de tafel, mes en vork en natuurlijk de stokjes, de hashi. Het is al druk en als ik nog yoghurt met fruit ga halen is mijn plaats bezet als ik terug kom. Ja, logisch, daar was dat geplastificeerd kaartje dat iedereen kreeg nou voor bedoeld, vacant, groen of occupied, rood. Het zit ongebruikt in mijn broekzak, ik ben nog niet helemaal wakker.
Als alles volgens plan verloopt wordt het een bijzondere dag vandaag. De nummers van de tempels en de datum, het komt allemaal samen. Ik wil vandaag van tempelen 55 naar 59 lopen. Net of het zo moest zijn dat ik die gisteren gemist heb. 55 is het trouwjaar van mijn ouders Jan en Mientje, 56 is het geboortejaar van mijn oudste broer Peter die jong is overleden. 58 en 59 zijn ook nog twee geboortejaren en 57 centraal, in het middelpunt is voor mijn lieve en o zo wijze moeder. Het is vandaag haar sterfdag, 15 jaar geleden.
Bij de receptie laat ik de bagage achter en ga even na 8 uuur op pad. Ik moet de weg weer even zoeken en slaag er opnieuw in verkeerd te lopen. Daarom ga ik er toch maar eens maps.me bij pakken de app die je off-line kunt gebruiken. Met dank aan mijn aardige zwager, hij is hier nogal wat meer mee bekend dan ik,.... Het weer is opnieuw prachtig en voor half negen ben ik bij tempel 55. De wensen voor vandaag zijn duidelijk, gisteren heb ik die bij tempel 54 overigens voor jullie allemaal gedaan. Kobo Daishi is in de vorm van een wandelstok steeds bij me, zo moet je dat zien. De Engelbewaarder voor iedere Henro-San, al wil ik dat populaire Vierdaagsedeuntje hier niet bij halen. Dit is een heel andere wandeling, hier geef ik zeer zeker de voorkeur aan al loop ik ook dit jaar weer mee in Nijmegen en omgeving. Maar goed, waar was ik, jullie zijn steun op afstand. Ik waardeer jullie reacties enorm,vandaar. De wandelstok, de kongozue als ik het goed schrijf, -mijn wandelgids ligt in een kluisje, daar staat het in- noem ik steeds liefkozend Kukaido. Het slaat nergens op maar ja, ik vind het grappig klinken. Hoewel, Kukai is de andere naam van Kobo Daishi en do is volgens Nobuhiko San, in het kanji route, dus Kukaiās weg :-)
De afstand vandaag is amper 20 kilometer, dus de tempels volgen elkaar snel op. Ruim voor de middag ben ik ook bij tempel 56 en 57 geweest. Daar worden aan iedere Henro San osettai uitgedeeld. Een lieve oudere vouw- dat kan ik wel iedere keer schrijven- die achter een tafel zit met ervoor het bord van de osettai komt ze alle pelgrims persoonlijk brengen. Ik haal vandaag het eerste klompje uit mijn pelgrimstas en dan krijg ik nog een osettai, gratis zoete deegballetjes of iets dergelijks. Lekker als tussendoortje. Verder naar tempel 58, daar moet ik via een andere route naar toe, want er zijn sinds vorig jaar augustus al weg wegwerkzaamheden. De gids van maart 2023 is heel actueel want daar stond het al in. Nobuhiko San had al geschreven dat het āhardā zou zijn, ātoughā is een graadje erger in zijn terminologie, de overtreffende trap. Dat heb ik ook al gehad en over aan paar dagen nog een keer...... Ook volgens de kaart en maps.ne loopt de weg natuurlijk omhoog, wat dacht ik dan. Er is geen ontkomen aan. Het is puf, puf en als ik beneden aan de poort sta moet het zwaarste nog komen, een oneffen snel stijgend pad van een halve kilometer met als uitsmijter helemaal op het eind nog een steile trap van ongeveer 70 treden. Overbodig om te zeggen, maar niettemin: ik ben blij dat ik er ben. De tempel is werkelijk schitterend gelegen, midden in de bossen, op deze heuvel met een prachtig uitzicht over de Seto Zee. Onderweg er naar toe zag ik al een mooie āgolden gate brugā , ik vermoed vanaf de kust naar een van de dichtbij gelegen eilanden in de Seto Zee (?)
Ik blijf ruim een uur om bij te komen en van deze tempel te genieten en van alle Henro die er rond lopen. Er is een grote groep oudere Henro die heel mooi gelijktijdig de sutraā s zingen of reciteren, hoe zeg je dat? Bij het stempelkantoortje is het daarom natuurlijk een drukte vsn belang, maar de medewerker wenkt me dat ik wel even tussen door kan komen. Ik maak van de gelegenheid gebuitk en koop leuke sleutelhangers in de vorm van een rugzakje met een belletje en met Henro teksten. Een als osettai voor Nobuhiko en eentje voor mezelf. Ik hang die meteen aan mijn rugzak. De begelieder, reisgids van deze Henrogroepen die vaak met een bus komen levert na aankomst alle stempelboeken al meteen bij het kantoortje in. Vervolgens gaan ze alle rituelen doen bij beide hallen, de hoofdhal en de Daishi hal. Dat duurt wel een half uur en zodoende hebben de (meestal) twee medewerkers voldoende tijd om dit af te werken. Het zetten van de stempels en natuurlijk het schrijven van de mooie naam met de inktpen.
Ik ga verder, op weg naar de laatste tempel. Eerst volgt er een lastige afdaling met stenen en trappen. Goed voor de enkels en de knietjes, maar niet heus. Eenmaal beneden gaat het voorspoedig en ben ik binnen een uur bij tempel 59, de laatste vandaag, ook volgens de planning, al moet je daar helemaal niet naar kijken. Hoewel met het openbaar vervoer en de accommodaties is het toch wel handig om je daar zo veel mogelijk aan te houden. De hele dag heb ik al een liedje van George Michael in mijn hoofd zitten, A different corner over het lot, het toeval en zo. Ik heb een wat melancholische bui maar verder gaat het prima. Morgen een ander liedje. Binnen een uur ben ik bij tempel Kokobunji. Op het terrein kun je her beeld van Kobo Daishi een hand geven en kan je een wens doen. Het eerste heb ik wel gedaan, het laatste niet. Ik las het te laat. De scherpte, het arttente, was aan het eind van de wandeldag weer even weg. Afijn,niet getreurd, want ik haal nog voor vier uur de trein terug naar Imabari. Ik ga eerst naar het hotel waar de grote rugzak staat. Mijn bagage wordt morgen per pakketdienst naar de/het volgende onsen/overnachtingsadres vervoerd en is daar dan maandag. Morgen kom ik niet langs tempels dus ik zou mijn pelgrimstas ook achter kunnen laten bij Clement Inn waar ik morgen, zondag, weer ben. Dat durf ik echter niet goed omdat die dan misschien ook wordt vervoerd en maandag heb ik die wel nodig. Dan volgt de zware klim naar tempel 60. En een stempel missen dat kan vanzelfsprekendniet, die zijn ā heiligā en helemaal zeker als je er zoveel moeite voor moet doen. Hopelijk is het duidelijk?
Als dit is afgehandeld ga naar de onsen. Die ligt vlakbij het hotel. Hier in de onsen slaap ik vannacht in een cabinehotel. Nobuhiko had dit voorzichtig voorgesteld omdat er een onsen bij zat maar hij had er al een hard hoofd in. Zeker voor drie nachten, voor een nacht wil ik het wel een keer proberen. Ze zijn zo bekend in Japan. De baliemedewerkers leggen met handen en voeten uit hoe het allemaal in zijn werk gaat. Met Google translate en een directe vertaler op spraak komen we er wel. Hun Engels is zeer beperkt maar mijn Japans nog meer. Zij wonen en werken hier en ik ben te gast: succes ermee Henk.
De onsen is heerlijk, er zijn verschillende baden en er is een sauna. Ik ga het hele rijtje af, ook het koude bad en de emmer met verfrissend water..... Morgenvoreg vanaf zes uur kan ik nog een keer, dat moest ik maar eens doen. Nu eerst eten, allemaal binnenshuis. Iedere avond alleen maar nootjes of wat drank is ook zo wat. Ik had me in de kleedruimte nog gewogen en ben een paar kilo lichter dan in Nederland. Vanwege de inspanning en het gezonde calorie arme Japanse voedsel natuurlijk, dat gaat volledig ongemerkt. Zelfs een paar Asahi kunnen dit niet compenseren. Daarom als toetje ook nog maar een heerlijk ijsje met aardbeien en slagroom gegeten. Onderin zit cornflakes, die combinatie kende ik nog niet. Op de derde verdieping is mijn slaap cabine, ik ga vast even kijken. Er staat alles in, een opbergkastje, een TV je verzint het niet, misschien in 2 m3. ongelooflijk. Nobuhiko heeft voor mij de meest luxe versie gereserveerd..... ik hoef in ieder geval geen trapje op. Ik ga weer naar beneden en neem een alcoholvrij biertje. Een wit wijntje bij het eten vind ik genoeg. In de gemeenschappelijke ruimte beneden kan ik mijn telefoon en iPad opladen en zo meteen mijn blog bijwerken. Om 22.00 uur naar bed maar dan realiseer ik me ineens dat ik een grote fout heb gemaakt. Ik ben Imabari vandaag al voorbij en morgen helemaal. Ik lig een dag voor op het oude schema en Ik moet dus niet teruggaan naar hetzelfde hotel JR Clement Inn, maar ik heb al geboekt. Ik stuur Nobuhiko meteen een bericht en hoor het morgen wel. Gelukkig slaap ik goed in.
Zondag 14 april2024.
Om 02.30 uur word ik wakker voor de gebruikelijke nachtelijke sanitaire onderbreking. Nobuhiko heeft een bericht gestuurd. Hij heeft gisteren om 23.00 uur nog naar het hotel in Imabari gebeld om de kamer te annuleren. Dat kon eigenlijk niet meer kostenloos maar voor deze keer zien ze het door de vingers. Op het toilet stuur ik Nobuhiko een bericht terug om hem heel hartelijk te bedanken, voor de zoveelste keer. Ongelooflijk wat hij allemaal doet. Ik neem me meteen voor om het hotel in ieder geval nog een tegemoetkoming te betalen in de kosten als blijk van waardering al weet ik nu al bijna zeker dat ze dat niet zullen aannemen. Terug in mijn riante slaapplek overdenk ik alles nog een keer en val weer in slaap.
Voor de wekker afloopt om 06.30 heb ik die al afgezet. Je maakt hier volgens mij meteen het halve hotel wakker met het alarm van een mobieltje. Nou ja, ze hebben wel voor oordopjes gezorgd. Die kan iedereen pakken. Ik ga nog een half uur de onsen in, ontbijt wordt hier nier geserveerd. Na het uitchecken eerst naar het hotel want Nobuhiko heeft ook nog per post, ik denk zelfs aangetekend het nieuwe reisschema met de overnachtingen gestuurd en of dat nog niet genoeg is zit er als osettai ook nog een mooi Henro portemonneetje bij met kleingeld. Hoe ver kun je bij iemand in het krijt staan. Op het einde van deze Henro maar eens kijken hoe en wat ik kan regelen. Mijn bagage gaat naar Saijo City, 30 kilometer verder, dat is veel beter. Ik bedank de medewerkers van de receptie heel hartelijk en bied mijn excuses aan voor het misverstand. Ik bied de man, ik denk de bedrijfsleider die goed Engels spreekt, wat geld aan voor de gederfde inkomsten, maar zoals verwacht hoeft dat niet. De jonge receptioniste heb ik hier iedere dag gezien en was steeds zo behulpzaam en vriendelijk, geweldig. Ik wil al gaan maar net voordat ik de deur uitloop draai ik me om, natuurlijk, het eerste klompje van vandaag. Ze neemt het zoals alle Japanners doen, letterlijk met twee handen aan, schattig on te zien, n iet hebberig, naar beleefd. Kawaii roept ze zachtjes. Haar dag is hopelijk goed begonnen.
Gisteren had ik al een kaartje grkocht voor de treinreis naar het station waar ik toen geĆ«indigd was, soms denk ik wel vooruit. In de stationshal ga ik snel naar de 7 Eleven voor mijn ontbijt, een rijstbal, sandwich, water en sinaasappelsap. Dat kan ik zo meteen voor ik ga wandelen mooi op een bankje gaan nuttigen. In de trein zitten nog meer niet Japanners. Ik denk dat het het Latinoās zijn, die wonen er volgens mij ook best veel in Japan en begin al in het Spaans. Dat is net een niveautje hoger dan mijn Japans en stekt dus ook niet veel voor. Het blijken echter Filipijnen te zijn. Ze werken hier voor een paar jaar op contractbasis en keren dan weer terug naar hun land vertelde een van hen.
Na het ontbijt op de startlocatie begin ik om half negen aan de etappe van vandaag. Het is nog steeds vlak terrein langs veel doorgaande wegen en het spoor,, eenvoudig derhalve. Het is opnieuw schitterend weer en het wordt warm, richting 25 graden. De zon brandt al behoorlijk maar het tempo zit er zeker in het begin goed in. Bij een nieuw tempelcomplex, niet een van de 88 ga ik naar het toilet. Ik wil de trap oplopen, maar die is afgesloten omdat er nog druk wordt gewerkt, en dat op zondag. Dan maar aan de andere kant het terrein op. Er wordt een soort pagode gebouwd van hout en steen. Er staat een vrachtwagen met een kraan. Ik denk dat het allemaal mannen zijn maar er is ook een jonge vrouw bij met kort haar. Ik maak aanstalten om te vertrekken en zij gast juist vanaf haar kant richting het toilet. Daar staat mijn rugzak nog.... misschien lukt het om kennis te maken. Ze blijkt Madoka te heten en komt uit Fukuyama, nog even zoeken waar dat ligt. Ze heeft ook een paar tempels van de Henro bezocht, 3 stuks lacht ze. Ze krijgt natuurlijk ook klompjes, we ruilen onze FB namen en nemen selfies met onze mobieltjes. Dan rent ze snel weer de trap op. Haar collegaā s en/of voorwerker hebben ons vast gezien. Ze moet weer aan de slag, deze stoere meid! Helemaal opgetogen over deze leuke ontmoeting ga ik verder en loop dan prompt weer eens verkeerd. Ik moet het spoor over maar waar. Op maps.me tik ik het dichtstbijzijnde station in dat ook vlakbij de route ligt in de hoop dat ik die daarvoor weer bereik. Ik loop een paar blokjes extra maar kom uiteindelijk voor het station inderdaad weer op de Henromichi, de pelgrimsroute. En nu weer opletten.
Dat doe ik. Tegen de middag kom ik door een dorpje en passeer een busje waar ze lekkere hapjes verkopen, op de kaart zien ze er tenminste wel zo uit. Koude en warme versnaperingen, vanwege het weer bestel ik iets koels, een soort bowl met veel vruchten maar zonder alcohol. Juist op dat moment komt er een moeder aan met drie bloedjes van kinderen, allemaal meisjes. Ze zijn helemaal niet verlegen en de oudste wijst al naar mijn wandelstok. Wat rinkelt daar toch? Kukai buigt naar voren en ze pakt het belletje vast. Aan mijn rugzak rinkelt ook van alles. Een klein rugzakje dat je zelfs open kunt maken, ook met een belletje. Haar moeder maakt ondertussen de ene foto na de andere, ook met mijn mobieltje. Het deride klompje vandaag voor deze drie schattige kinderen. Ik geen het aan de moeder, een voor een morgen ze het bekijken, er wordt niet om gevochten, heel leuk. Al hun kleine vingertjes passen er nog met de toppen in.
In het volgende dorpje kom ik langs een bakkerij, open op zondag. De 24 uurs supermarktjes zijn heel convenient, voor toiletbezoek en om eventueel te pinnen, maar deze kleine winkeltjes zijn natuurlijk veel leuker. Ik bestel een klein mokkagebakje met vruchten. Ik vraag of ze misschien ook koffie heeft, maar ja, het is een bakkerij, geen cafe. Ik hebben wel dorst en drink mijn lauwe water er maar bij op. Wel wat onbeleefd wellicht. De bakker ziet het en komt me groene thee brengen, service zegt hij. Als ik op will stappen geeft zijn vrouw me nog een verpakte zoetigheid mee. Het vierde klompje vandaag, zo raak ik er wel een keer door heen. We raken met handen en voeten aan de praat, Ik laat ze de kaart zien vsn Ehime met alle tempels, de route die ik loop. Haar (schoon)moeder start er ook bij, zij kent die allemaal. Ze zwaait me uit tot ik helemaal uit het zicht verdwenen ben. Ik kijk nog af en toe om en zwaai terug maar ik moet ook op het verkeer letten.
Even later krijg ik onderweg nog groene thee en om half drie bereik ik mijn volgende bestemming, Komachi Onsen in Saiijo City,.ik heb precies 22,22 kilometer gelopen, hoe verzin je het. In de hal hangen de fotoās van alle 88 tempels. Ik krijg de sleutel van mijn tatami kamer. Er is een eigen toilet bij, fijn. Om half vier gastenboeken de onsen open. Die is net zo groot als die van gisteren. Twee keer op een dag in zoān bad, wat een luxe. Ik ga weer overall in, na de sauna ook in het ijskoude bad dat raar maar waar fijn is na de sauna.
Voor het eten herb ik nog een uur om uit te rusten en dommel half in slaap. In het restaurant hebben alle hotelgasten een tafel apart daar waar er zes kunnen zitten. De twee Japanse overburen zijn allebei Henro San. De oudste vsn de twee heeft zelfs het Engelstalige routeboekje dat ik uiteraard ook gebruik op tafel liggen. Zijn boekje ziet er nog heel nieuw uit. Hij heeft natuurlijk ook de Japanse versie. De jonge jonger heeft de Henro met de fiets gedaan, die zie ook veel. De hele route in 8 dagen tijd, 150 kilometer per dag, ongelooflijk. Het eten is ondertussen opnieuw heerlijk, weer met t hotpot. Dat krijg je vaak in een onsen. Ik bestel er een biertje bij, hrt is zondag zoals al een paar keer aangehaald. De wandelaar wens ik morgen veel succes. Hij gaat ook de berg op naar tempel 60. Dat wordt een zware dag.
Maandag 15 april2024.
Rond kwart voor zes wakker. Ik schrik want ik wil nog in de onsen en om half zeven staat het ontbijt klaar. Ik check de mailtjes, appjes enz en pak mijn spullen. Het is een grote onsen met heel veel baden en ik ga kort weer overal in, ook naar het buitenbad. Tot slot in de sauna, maar die is nog niet warm en Ik kan eerder naar het ontbijt, op tijd. Er staat weer Bethesda een birdie met mijn naam, allleen mijn goed gespelde voornaam. Het ontbijt ziet er prachtig uit. Het is weer hotpot, tai- chugaze (?) staat er op de Engelse beschrijving als ik het goed heb onthouden. Er wordt precies uitgelegd hoe ik het moet eten, geweldig. Alle ingedrienten. mengen met de rijst en de warme saus er over heen gieten. Verder staat er nog een mooi houten zwart rood gelakt doosje op tafel mrt kleine hapjes, diverse groenten, een stukje omelet en een stukje gebakken vlees. Het is heel gevarieerd, van alles een beetje en bij elkaar ruim voldoende. Wat wordt er toch veel aandacht aanbesteed, ik word er blij en vrolijk van.
Ik ga terug naar mijn kamer, poets mijn tanden en schep weer orde in de achter gelaten chaos. Om half acht aan de wandel. Eerst terug naar de route, de onsen ligt er een kilometer vandaan. De eerste 6 - 7 kilometer gaan prima. Het gat wel geleidelijk omhoog, maar het is allemaal asfalt, effen harde weg. Ik doe er ruim anderhalf uur over en kom bij een rustplek met toilet. Dssr zit een Japanner dir zegt dar we hier op 400 meter zitten, de tempel ligt op 745 meter en we moeten allebei nog dik twee kilometer lopen, ofwel een stijgingspercentage van circa 15%.
Ik kan nog een klein stukje over het asfalt en dan moet ik links omhoog, daar begint het feest. Meteen is er al een trap van ongeveer 100 treden, naasten snel stijgend pad, komen er meer steile trappen, ik ben het aantal treden snel kwijt geraakt, niet bij te houden. Veel beter kan ik me concentreren op de route en al mijn energie daar voor aanwenden. Iedere 100 meter ongeveer staat er een bordje met de afstand tot de tempel en tot de rustplek van zojuist. In het begin is die naar de tempel natuurlijk het grootst, maar beetje bij beetje verandert dit. Af en toe zie ik een andere Henro, de Japanner van de rustplek was daar eerder vertrokken, hij is al uit het zicht verdwenen. Op een bruggetje over een bergriviertje staat een oude maar nog kwieke vrouw. Ze spreekt prima Engels, ze woont hier in de buurt. Ze heeft vorig jaar met de bus de Henro gedaan vertelt ze, begrijpelijk, ik schat haar dik in de 70 of nog iets ouder. En ze is toch maar mooi dit stuk naar boven geklommen. Ze geeft me een paar snoepjes, helaas kan ik geen osettai teruggeven. Ik klauter verder en ben om ongeveer kwart voor elf boven, de laatste twee kilometer duurden net zolang als de eerste zeven. Op het laatst zie ik de jonge Henro uit Hong Kong nog. Ik zag hĆØm eerder rond Matsuyama. Hij haalt me nog bijna in, maar dat wil ik niet, zo kort voor de top. Ik neem ruim de tijd voor deze magnifiek gelegen tempel op de flanken van Moint Ishizuchi, mrt bijna 2.000 metervde hoogste berg van Shikoku. Je kunt met een kabelbaan een tuk naar boven en dan het laatste stuk wandelend naar boven. Ik heb er nog over gedacht om hier een dag voor uit te trekken, maar dat lukt niet. Ik wil ook vrienden envekenden bezoeken. Misschien een andere keer.
Ik maak veel fotoās en op het wensbriefje bedank ik Kobo Daishi dat ik hier ben beland. Het is de 60ste tempel en ik ben van 1960. Zestig is een belangrijk getal in Japan, kanreki, dan begint je tweede (Henro) leven.... Het is nog even zoeken waar ik verder moet, dat heb ik vaker bij de tempels en ik vraag het nog even na voor de zekerheid. Aan de achterkant dus bij het parkeerterrein en de drankautomaten. Daar begint een lange afdaling, eerst nog over de weg maar na verloop van tijd weer het bos in. Dat is zo mogelijk nog zwaarder dan stijgen, je moet verschrikkelijk,opletten opende gladde en oneffen stenen en je hebt Kukai, de stok continu nodig.
Er komt geen eind aan, ik loop hier moederziel alleenen het begint ook lichtjes te miezeren. Gelukkig niet veel en het zet niet door. Ik laat mijn regenspullen daarom in mijn rugzak. Na lange tijd is er weer een toilet want ik moet hoognodig. Het is helaas wel een ouderrwets hurktoilet. Ik gebruik het helemaal verkeerd maar ik ben mijn plasje kwijt en laat het uiteraard schoon achter. Dat biedt de gelegenheid om toch maar de cape aan te trekken, de osettai van die vriendelijke mensen en een regenhoes over mijn Henro rugzak te doen.
Eindelijk ben ik beneden en rond drie uur bij tempel 61. Het is een beetje een afknapper na tempel 60. Het is een heel modern gebouw en je moet ook naar binnen voor de sutraās, bijzonder. Afijn het is weer eens wat anders. Weer buiten zie ik ee naar later blijkt Amerikaans gezin met twee nog jonge jongens, misschien een jaar of twaalf. Ze volgen ook de Henro, maar hoe lang en hoe ver? De vrouw van het gezin in gesprek met een medewerker, in het Japans. Dat moet ze gestudeerd hebben, dat kan niet anders. De rest van de familie kijkt zwijgend toe. Er is ook een oudere Japanner die dan weer goed Engels spreekt. Hij is net als ik doodmoe maar k knoopt toch graag een praatje aan.Hij koopt voor de derde keer de Henro zegt hij als we het tempelcomplex verlaten. onderweg naar tempel 62 die vlakbij ligt, in de buurt van het station. Dan wil hij nog veel meer vertellen, maar dat gaat moeilijk want we moeten op deze smalle wegen vanwege het verkeer achter elkaar lopen. Ook heb ik er de pas noodgedwongen nog goed in, ik wil graag de trein halen naar Saijo City, waar mijn hotel Extol Inn is,anders moet ik een uur wachten. Ik had nog naar tempel 62 kunnen gaan, maar ik vind het na 8,5 uur ābikkelenā in dit terrein wel genoeg voor vandaag. De trein zit vol met schoolkinderen maar blij toe heb ik een zitplaats, al duurt het ritje amper een kwartier. Ik koop alvast een treinkaartje voor morgen. Dan kan ik verder vanaf tempel 62.
In het hotel wordt mijn paspoort gescand, ik kan in het apparaat meteen betalen en mijn kamerpasje wordt meteen afgedrukt. Dit had ik nog niet eerder gezien, weer wat nieuws dus. De bsliemedewerker vertelt nog wel even mijn kamernummer, dat is blijkbaar nog niet automatisch geregeld. Het is een riant hotel met diverse voorzieningen. Mijn bagage is uit Imabari gesrriveerd, die sleep ik ook mee de lift in, ik kom handen tekort. Eenmaal boven merk ik hoe moe ik ben. Het duurt even voordat ik weer wat bij zinnen ben. Eerst maar eens even liggen. Dan naar de soort van onsen, ook in dit hotel, al is het een keintje. Het heet hier public bath en mag de naam onsen niet dragen.
Ik besluit opnieuw niet meer te gaan eten, ik heb er de puf niet meer voor. Beneden haal ik nog wel een klein blikje bier uit een van de automaten. Samen met het kleine zakje chips dat ik nog had is dat mijn avondeten. Morgenavond is steun en toeverlaat Nobuhiko er weer bij, dan gaan we zeker wel eten. Nog even een uurtje liggen en dan is het weer tijd voor mijn dagboek.
Matsuyama
Dinsdag 9 april 2024
Goed geslapen, het was alleen niet zo heel lang. Verder voel ik me goed, geen last van de āsecond partyā zoals Nobuhiko het noemt. Het eerste feestje is dan het diner met wat alcohol erbij, indrinken... Hij had tot 5 uur vanmorgen een kater zei hij. Heb je me niet gehoord? Ja, ik hoorde door mijn oordoppen heen soms vreemde geluiden, maar waar ze vandaan kwamen? Bier en whisky is een slechte combinatie zegt Nobuhiko, maar de volgende keer doet hij het weer. Hij is misschien wel fan van Blue Samurai maar niet van de blauwe knoop.
Het ontbijt ziet er ongeveer hetzelfde uit als gisteren, weer met viscake die op het stelletje van de hotpot wordt warm gemaakt. Ze steken dan een soort brandbaar rond steentje aan en na ongeveer een kwartier is dit helemaal opgebrand. Dan kun je gaan eten. De Japanners zijn zoals altijd als eerste klaar. Nobuhiko legt het reisschema uit voor de komende dagen. Hij heeft andere plannen en ik loop vandaag alleen verder, richting Matsuyama, de hoofdstad van Ehime en volgens Nobuhiko de grootste stad van Shikoku met circa 600.000 inwoners. Het is na de drie bergetappes van de afgelopen dagen een eenvoudige wandeling, allemaal asfalt en nagenoeg compleet vlak. Het is alleen wel druk met de tempels, ik ga er vandaag 6 bezoeken, binnen 15 kilometer, het hoogste aantal op een dag. Nobuhiko zet me af bij tempel 46. Het regent behoorlijk onderweg in de heuvels en we zien nog een aap oversteken. Beneden in het dal wordt het beter zegt Nobuhiko en hij krijgt gelijk. Om goed contact te kunnen houden heeft hij zelfs nog een simkaart voor vijf dagen gekocht zodat ik op zij account internet moet hebben. Het blijkt niet zo goed te werken maar dat zal vast en zeker aan mijn onhandigheid liggen.
Bij het ophalen van de eerste stempel bij tempel 46 krijg ik gratis een stevige netjes gevouwen plattegrond mee van alle tempels in Ehime met foto en toelichting. Het zijn er in totaal 26, van tempel 40 tot en met 65. Vorig jaar heb ik de eerste al bezocht en ik hoop dit jaar de laatste te bereiken. Het is ontzettend lief van die mevrouw. Ze vraagt waar ik vandaan kom, wakarimasu. Uit Nederland antwoord ik met mijn paar woorden Japans. Ze wijst me meteen op een paar klompjes die aan een haakje hangen. Ik heb andere bij me dus de keuze is snel gemaakt. Ze is er net zo blij mee als ik met de mooie plattegrond.
De tempels volgen elkaar in snel tempo op, om de paar kilometer ligt er eentje. Daar tref ik Yoshiya uit Tokyo die de Henro liefst voor de vierde keer loopt. Hij is volgens mij ouder dan ik, maar slank en sportief en dan kun je dit soort dingen doen. Ik raak ondertussen door mijn voorraden heen met zoveel tempels. Kaarsen, wierookstokjes en wensbriefjes. Ik wil,zo snel mogelijk nieuwe kopen maar dat lukt pas bij de laatste tempel, nummer 51. Dat scheelt veel tijd. Ik kon de rituelen niet uitvoeren en daardoor ben ik veel eerder in het stempelkantoortje. Bij de laatste tempel kan ik alles weer gebruiken. Yoshiya zegt dst het mooie herinneringen voor mij zijn en als ik zeg dat ik daarom een weblog bij hou, valt zijn mond open van verbazing. Hij vraagt of hij het mag zien en of ik zelfs de link door will sturen zodat hij het ook kan volgen. Ik zal uiteraard aan zijn verzoek voldoen. Zo meteen heb ik nog een Japanse Henro-San als volger. We lopen verder tot bij Dogo Onsen in Matsuyama. Hij heeft een hotel geboekt rechts van dit oudste badhuis van Japan, circa 3.000 jaar. Ik verblijf hier een paar dagen.Morgen loop ik verder vanaf hier en ga dan met de trein terug. Donderdag neem ik een rustdag, uiteraard om de onsen te bezoeken en ook het kasteel van Matsuyama.
Het hotel is heel luxe en ik laat het bad vollopen, mijn eigen ofuro. Bij de balie heb ik een plattegrond gekregen van de buurt met een overzicht van de cafeās en restaurants. Ik kies voor de Italiaan ter herinnering aan Carlo, de supermarket bag boy zoals Nobuhiko zo treffend zei. In een dun doorzichtig plastic tasje zat zijn stempelboek. Ik bestel geen pizza, maar gegrikde vis met verse groenten, licht verteerbaar, uiteraard met witte wijn erbij. Koffie met een borrel na, ze hadden grappa. Het was heerlijk, goede kwaliteit zoals het niet-Japanse stel al zei toen ik naar binnen ging. Zij verlieten net het restaurant. Terug in het hotel wil ik mijn blog helemaal afmaken. Dat is net niet gelukt, daarom op de ochtend erna.
Woensdag 10 april 2024
Na het ontbijt in het hotel ga ik rond half negen op pad. Een beetje laat maar dat is niet zo heel erg want ik kan meteen vanaf hier mijn weg vervolgen en het is vandaag een heel eenvoudige route. Als ik naar buiten loop zie ik een andere Henro naar links gaan voor het hotel langs. Hij brengt me van mijn apropos want volgens mij moet ik toch de andere kant op. Ik wandel naar de Dogo Onsen en loop er twee keer omheen maar zie geen stickers. Zou die Henro dan toch gelijk hebben? Pas dan zie ik het stenen paaltje aan de achterkant van de Dogo Onsen met het handje dat naar links wijst. Ik moet door de overdekte winkelgalerij. Vanaf daar gaat het weer goed en is de markering prima. Al blijft het in de stad zeer opletten. Je kunt veel kanten op en je loopt sneller verkeerd dan in het bos waar vaak maar een pad is. Als ik langs de noordkant het centrum van Matsuyama verlaat kom ik langs een sloot waar de kersenbomen nog volop in bloei staan. Er hangen lampionnen aan een lang snoer en er staan bankjes onder die met kettingen om de boom zijn vast gemaakt. Iedereen heeft hier zijn eigen plekje om te picknicken, hanami. Verderop zie ik het gebouw van een golfclub met een grote plas, vijver erachter. Iedereen oefent hier met het slaan vanaf de tee of hoe heet dat. Er staan een paar kleine platforms in het āmeertjeā, daar moeten de ballen blijkbaar op terecht komen maar de meeste eindigen in het water. Ik vind het een koddig gezicht en vraag me af of ze die ballen er ook weer uitvissen of dat ze die daar laten liggen. Dan hebben ze er veel nodig.
Even later steek ik het spoor over dat ik vandaag grotendeels blijf volgen. Ik laat Matsuyama achter me en bereik al snel tempel 52. Het tempelcomplex is meer dan 700 jaar oud en wordt beschouwd als nationaal erfgoed. Het is de oudste tempel van Ehime en de 2e oudste in totaal. Ik weet even niet welke de oudste is en of ik daar al ben geweest..... :-) Hoe dan ook ik zie daar Yoshiya weer. Ik had gehoopt hem weer te ontmoeten. Hij praat met een andere lange Nederlander, maar die staat op het punt om te vertrekken. Hij is met zijn gezin hier lijkt het, vrouw en dochter of zoon, met vriend of vriendin, denk ik. Ik ben vergeten om mijn handen te reinigen. Het waterbassin stond al voor de poort, een eindje links van de trap onhoog.. Als ik het Yoshiya vertel en hem zeg dat ik ook na zoveel tempels er nog steeds in slaag om iets āverkeerdā te doen, moet hij lachen, niks aan de hand zegt hij, daijoubu. Komt in orde. Hij loopt overigens niet voor de vierde keer de Henro, maar dit is zijn vierde gedeelte. Yoshiya loopt de Henro dus net als ik ook in stukken, we zij even ver. Onderweg bij een parkeerplaats worden we staande gehouden door een schattig oud vrouwtje, tjewant klein van stuk, maar groot van daden. Ze geeft ons snoepjes en een paar honderd yen. Dat kan niet onbeantwoord blijven. Ze is dolblij met de klompjes en ik krijg meteen nog een paar munten van 100 yen, ik geef meteen ook klompjes aan Yoshiya. Ze heeft al meer dan 1.000 Henro osettai gegeven zegt ze. Yoshiya rekent uit dat ze daar al een aardige vakantie van had kunnen houden in een of ander buitenland.
Samen lopen we verder en komen we snel aan bij tempel 53, de laatste voor vandaag. Ik ben bij tempel 1 begonnen, maar je kunt om bijzondere redenen natuurlijk overal starten, zo ook bij deze tempel. Als je daar weer eindigt is de cirkel net zo rond. Bij het verlaten van de tempel vergeet voor de verandering Yoshiya zijn wandelstok. Volgens mij was hij afgeleid door een andere Henro-San. We bereiken de kust van de Seto zee, tussen Honshu en Shikoku, een prachtig uitzicht. Je verwacht hier boten maar er staat ook een treinwagon langs de weg pal aan de kustlijn. Het is een cafe-restaurant, toepasselijk CafƩ Train geheten, hoe kan het ook anders. We lopen er eerst voorbij maar besluiten daarna toch om er te gaan pauzeren, het is ook koffietijd. Thuis neem ik ook altijd wat lekkers bij de koffie, hier dus ook. Het is alleen een beetje groot uitgevallen, een gigantisch bord met wafels met chocolade en verse vruchten, ijs en slagroom . Een calorieenbom. Yoshiya vraagt grappend of ik vanavond nog wel hoef te eten. Ik antwoord dat dat pas over vier-vijf is en we hebben nog een kilometer of zeven te gaan, Een gedeelte wordt nog verbruikt, verbrand. Ik loop stevig door want ik wil nog graag de express trein halen van 17. 12 uur anders moet ik een uur wachten. Het is een smal pad langs de doorgaande weg en we kunnen niet naast elkaar lopen. Ik moet dus regelmatig omkijken of Yoshiya nog volgt. We komen langs een groter postkantoor waar ik eindelijk met mijn gewone bankpas kan pinnen. Die is bijna verlopen en ook al wat versleten. In Nederland gaat dat nog goed, maar hier in Japan was die al een paar keer geweigerd omdat de magneetstrip onleesbaar zou zijn. Ik had al wat (geld)zorgen want aan de creditcard zit een limiet. Daar kan ik wel goed mee pinnen en op de meeste plaatsen ook mee betalen.
Om vijf uur zijn we bij het station en dus op tijd. De medewerkers denken dat ik de stoptrein wil nemen die vertrekt een paar minuten na de exprestrein, intercity. De intercity is anders dan in Nederland waar naar het traject gekeken wordt, namelijk twee keer zo duur. Een kaartje kost Ā„ 430 en de toeslag Ā„ 450. Dat is samen amper ā¬ 6 dus geen geld. Op het station in Matsuyama neem ik de bus naar de Dogo Onsen. Het is een paar kilometer dus ik denk er in 10 minuten te zijn maar het duurt drie kwartier. De bus rijdt met een grote omweg half Matsuyama door en eindigt bij de galerij achter de Dogo Onsen, waar ik vanmorgen begon. Waarom nam ik ook niet de tram, wat Nobuhiko me had geadviseerd? De scherpte is er helemaal af want bij het verlaten van de bus staan er mensen achter me. Ik voel me wat opgelaten en gooi maar een hoop klein geld in de gleuf maar die geeft geen geld terug zoals bij de drankautomaten. Het staat er ook duidelijk in het Engels bij.. Te laat. Het is maar (een beetje) geld zou mijn moeder zeggen en zo is het.
Als ik terugloop naar het hotel spreekt een charmante oudere dame me bij een poppenwinkel in de galerij in uitstekend Engels aan. Ze komt dan ook uit de Verenigde Staten maar ziet er niet bepaald als een stereotype Amerikaanse uit. Ze is klein en tenger en ziet er veel meer als een Japanse uit. Ze woont hier al lang want ze is met een Japanner getrouwd. Heel goed ingeburgerd lijkt het. Samen met haar man loopt ze ook de Henro en ze weet veel over de onsen hier in buurtte vertellen. Bij eentje kun je als Henro zelfs voor half geld terecht, maar dan moet je wel wandelen.. Ze zijn bij tempel 64 dus het schiet al op. Die hoop ik ook te bereiken, liefst nog eentje verder dan heb ik ze allemaal gehad hier in Ehime. Ik ga terug naar het hotel en na een heerlijk bad vraag ik bij de receptie waar ik taimeshi kan eten, de lokale visspecialiteit. Yoshiya vertelde me dit tijdens onze lunch in de treinwagon. De medeeerker is zeer behulpzaam en belt een paar restaurants. Het is al laat en eentje is er al dicht. Uiteindelijk kan ik terecht in een zaak vlak achter de galerij. Ik kom als alleenstaande aan de bar te zitten waar ik de betreffende vis bestel. Lekker maar ik heb toch liever tonijn. Veel Japanners vinden die echter te vet vertelde Yoshiya. Er komt een man uit Osaka naast me zitten en die werkt voor een theaterproductie. Een rondreizende voorstelling over geishaās of iets dergelijks. Het heet Haboutu of zoiets? Hij moet snel weg want hij gast nog Nasr de onsen en last zijn sashimi half staan. Eet jij de rest maar op zegt hij. Voor sashimi ben ik altijd te porren, zeker in combinatie met sake. Ik reken af en ga naar het hotel. Snel naar bed.
Donderdag 11 april 2024
Vandaag lekker een vrije dag. Ik blijf liggen tot een uur of acht en ga dan ook pas laat ontbijten, er is niemand meer. Daarna ga ik terug naar de kamer want ik heb gisterenavond niks meer geschreven. Nu kon dat maar tijdens de wandeldagen wil ik het wel dagelijks bijhouden anders komt er niks meer van. Ik sorteer ook mijn bagage want ik kan de grote rugzak hier achterlaten. Die wordt voor circa ā¬ 10 vervoerd naar mijn volgende adres in Imabari, ten noordoosten van Matsuyama, JR Clement Inn. Ik lever mij n bagage in en het betaal de rekening. Het is zo fijn en zoān luxe dat ik steeds met een kleine rugzak kan lopen. De mooie nieuwe van de Henro, wat een weelde.
Bij de balie vraag ik ook nog naar een plattegrond, zodat ik goed kan bekijken wat ik als eerste wil zien. Dat wordt de klok en de voetonsen die vlakbij lligt, aan het eind van de overdekte winkelgalerij. Daar is ook het bus en tramstation Dogo Onsen waar ik gisteren na die lange busreis ben uitgestapt. Ik snap niet dat ik die klok toen niet gezien heb. Als je moe bent ontgaat je blijkbaar bijna alles. De voetonsen is heerlijk. Een jongedame biedt spontaan aan er een foto van te maken, heel aardig. Dat is vaker gebeurd bij een voetonsen. Dan is het bijna 12 uur, tijd voor het klokkenspel.. Het is een prachtig gezicht, de klok wordt zelfs helemaal opgetild van het voetstuk. Er gaan allerlei luikjes open en de wijzerplaat draait rond. Schitterend om te zien, iedereen maakt fotoās en opnames. Dan ga ik naar Dogo Onsen want ik heb gereserveerd voor de rondleiding in het keizerlijk gedeelte. Prachtige kamers met bladgoud enz. Ik krijg een map met Engelse informatie en een van de voornamelijk oude vrijwilligers geeft zo goed mogelijk extra uitleg, ze doet haar stinkende best. Een keizer is er al 70 jaar niet meer geweest. Dat zou ook een hele operatie worden denk ik zo midden in de stad. Ik krijg trek en eet in een binnentuin wat zoetigheid voordat ik naar het kasteel ga.
Daar kun je beste de tram voor nemen en vanaf halte Okaido moet je nog een paar honderd meter lopen naar de kabelbaan. Je kunt kiezen, of een stoeltje of een kar maar dan moet je lang wachten. Een stoeltje is veel leuker, je zit buiten, niet achter glas en je je kunt alles dus heel goed zien. Het is een heel mooi Castle on the Hill, ruim 400jaar oud. Ed Sheeran had hier zijn jeugd misschien ook wel willen doorbrengen. Het liedje blijft maar in mijn hoofd zitten. Eenmaal boven bij de ingang kom ik tussen een grote groep Chinezen terecht. Er stasn nog steeds veel kersenbomen in bloei. Een vrouw gaat eronder staan en een jonge Chinees schudt een paar keer flink aan de laagste tak zodat er veel blaadjes op en rond de vrouw vallen waar dan door een man/vrouw of wat fotoās van worden gemaakt. .ik vraag me meteen af of de Japanners dit ook zo doen.
Binnen is het een drukte van belang, kruip door, sluip door op de smalle trsppen en dito gangetjes. Ik drink op het terras nog koffie en koop wat kleine snuisterijen. Als ik weer beneden ben pak ik de tram want ik wil nog twee stations bezoeken. De eerste is het station van de maatschappij van deze trams en bussen. In het gebouw zou een Henro winkel zijn, maar waar? De mevrouw van de informatiedesk loopt een eindje met me mee en wijst me de weg. Het blijkt een heel klein winkeltje te zijn in een van de galerijen. Er hangt een leuk regenjack, maar ja ik heb een regenjas bij me en bovendien heb ik als osettai nog een cape ontvangen. Wel wat kleine dingetjes gekocht voor aan mijn rugzak. Vlak ernaast was een klein barretje en daar werd Duvel en zelfs Chimay verkocht. Een echte trappist, ongelooflijk, dat had ik nog niet gezien in Japan. De dienster verleidt me bijna om er eentje te drinken,. Toch maar niet, dan zit ik daar een uur en ik wil nog meer doen. Naar het JR station gaan bijvoorbeeld om alvast een kaartje te kopen voor de trein van morgen om 8.10 uur. Het wordt krap met het vervoer er naar toe.
Mijn maag begint te knorren en ik ga eten. Nog een keer taimeshi. Het staat pijlsnel,op tafel en ze leggen me uit hoe ik het moet eten. Dat was gisteren dan niet helemaal goed gegaan. Ik ben daarom ruim op tijd voor de Dogo Onsen, daar heb ik om 20.00 uur gereserveerd. Voor een paar ā¬ā¬ kun je een half uur badderen. Er kunnen slechts 6/ mensen tegelijk in, bij de mannen althans dus het is niet heel groot. De jonge niet Japanner die voor mij de ruimte met de onsen in loopt gaat er meteen in. Een Japanner die het ziet zegt hem dat dat niet de bedoeling is, je moet je eerst zittend op een van de krukjes uitgebreid wassen. Dat had hij blijkbaar nog niet begrepen. Besmuikt komt hij het water uit en doet dat alsnog. Ook een verkeerde volgorde. Om half negen komt het volgende zestal. Tijd om terug te gaan naar het hotel om voor de tweede keer vandaag mijn blog bij te werken.
Op weg naar Shikoku
Vrijdag 5 april 2024
Om 7 uur gaat de wekker. Op tijd uit de veren want ik heb een lange reisdag voor de boeg. Terwijl Jiro het gebruikelijke heerlijke ontbijt klaar maakt ga ik snel douchen. Bij de wastafel zie ik zijn verbandkistje weer staan. Het staat er ook in het Engels op. Band Aid en dan moet ik natuurlijk meteen denken aan die kerstplaat uit de jaren 80 van dat muzikale sterrenensemble. Brand X schreef de recensent van de Gelderlander destijds. Die was wel heel cynisch, ze hebben heel veel geld opgehaald.
Om half negen vertrekken we naar het dichtstbijzijnde metro station Honancho, dan kan ik in een keer door naar Shinjuku. Vanaf daar heb ik een treinkaartje. Jiro heeft een tasje bij zich met een blikje drinken en een plastic zak met snacks. Ik vermoed zo maar dat hij die bij het afscheid aan mij geeft, het is mijn lunch.
Ik bedank hem hartelijk, hij mij ook voor het bezoek en we hopen elkaar natuurlijk weer te zien, geen sayonara maar matane, hoe vaak nog? Ik ben ruim op tijd bij station Tokyo waar de Shinkansen richting Okayama vertrekt, de poort naar Shikoku. Op het perron realiseer ik me pas dat ik mijn wandelstok slash wandelbegeleider Kobo Dsishi niet bij me heb. Dat is heiligschennis, ik ga als een speer terug naar de toegangspoortjes waar ik hem/haar heb laten staan. Maar het was een trap verder, weer naar boven en ergens anders naar beneden. Grlukkig terug gevonden en net op tijd voor de trein.
Die vertrekt om 10.03 maar op het kaartje stond 10.12 uur? Ik had het er gisteren al met Jiro over maar hij zei dat het vast klopte en ik me er verder niet druk om moest maken. Dat doe ik ook niet zozeer maar ik heb er wel een raar gevoel bij.Er stonden ook zo veel haltes op het reisschema. In Kobe wordt het me duidelijk, daar is het nog ongeveer 100 km. Dat gaat ām niet worden in een kwartier. De Shinkansen heeft hoogstens een paar seconden vertraging, maar geen minuten, laat staan een half uur. Ik zit gewoon in de verkeerde trein en ik mis dus de aansluiting. Gelukkig had ik geen gereserveerde plaats. Snel breng ik via de gratis WiFi van de JR mijn mede Henro Nobuhiko op de hoogte dat ik later ben. Ik heb hem vorig jaar ontmoet en hij was er bij toen ik zo moest niezen en mijn neptanden, mijn brug met een sierlijke boog vanaf de boulevard over de reling op het strand van de Grote Oceaan terecht kwam. Urenlang en zelfs dagenlang zoeken, door hem, mocht helaas niet baten.
In de boemel naar Shikoku kijk ik wat Jiro me nog heeft mee gegeven. Een zakje rijstcrackers en het laatste pilsjedat gisteren over bleef, Ik had het kunnen weten. Het is nog redelijk koel, ik heb nog een paar uur reizen te gaan, dus ik trek het blikje maar open, dat scheelt weer bagage.
Uiteindelijk ben ik net voor het donker om half zeven in Uchiko, daar waar ik vorig jaar ben gestopt. Nobuhiko San staat me op het perron al op te wachten, het is een heel fijn weerzien. Hij heeft de hele Henro al voor me geregeld. Ik hoef alleen maar te wandelen. Het is ongelooflijk wat een genereus en behulpzaam gedrag. Ik kan er met mijn pet niet bij. Gratis reisbegeleiding van A tot Z, toevallig ook de naam van het hotel.
Na het inchecken ga ik nog een keer snel onder de douche. Daarna naar restaurant Zum schwarzen Keller van het Duits-Japanse echtpaar Jens en Chisato. In Uchiko ben ik dus vorig jaar geeindigd en Ik had hen toegezegd in 2024 terug te komen, bij deze. Chisato slaat de handen voor haar gezicht als ze me ziet. Henk-San roept ze, het is heel ontroerend, geweldig. Ze laat me meteen de foto van vorig jaar zien. We hebben een top avond met lekker eten en Jagermeister als afsluiter. Weer eens wat anders dan sake of Ichiko. We zijn nu nog de enige gasten en praten honderduit over van alles en nog wat. In het Engels en het Japans, dan pas ik, en soms nog een beetje Duits. Ook Nobuhiko San geniet er zeer van. Met een diikke knuffel nemen we afscheid en beloven elkaar weer te zien, waar dan ook. Op de terugweg naar het hotel praten we nog even na. Nobuhiko zegt dat hij ook zijn Japanse Henro hier mee naar toe gaat nemen, flinke nieuwe klandizie voor hen.
Nobuhiko gaat waarschijnlijk meteen pitten maar ik ādwingā mezelf om weer wat te schrijven. Morgen begint de Henro, maar heel voorzichtig, een kleine aanloop van 5 km. wel bergop.
Zaterdag 6 april 2024
Rond middernacht naar bed, ik wou het verslag afmaken. We ontbijten pas om half negen, dus qua uren is de nacht lang genoeg. Na de gebruijkelijke sanitaire onderbreking kan ik de slaap weer moeilijk vatten. Ik moet steeds aan Jens en natuurlijk Chisato denken. Wat een ontvangst, wat een ontzettend aardige, lieve mensen. Ik baal ervan dat ik geen klompjes heb meegenomen. Nobuhiko-San loopt vandaag niet mee dus ik vraag hem bij het ontbijt of hij misschien nog iets kan en wil regelen. Hij krijgt natuurlijk ook alvast klompjes,ze komen uit een nieuwe zak en hopelijk ook een ander soortige dan die van vorig jaar.
Ik had nog niet geschreven dat hij een heel mooie Henro rugzak voor me had gekocht met ook nog een beschermhoes erbij tegen de regen, eveneens met de Henro tekens erop. Osettai zegt hij maar dat vind ik allemaal te gek worden. Daar hebben we het nog wel over. Ik stop er meteen mijn spullen voor vandaag in. Morgen zie ik hem weer dus ik kan alle overtollige bagage bij hem in de auto kwijt. Terwijl ik mijn boeltje pak past hij mijn hoed wat aan. Hij heeft een of ander dun stoffen hoesje voor de rieten randen waarmee de hoed op mijn hoofd rust. Dat kan na verloop van tijd wat zeer gaan doen. Hij denkt werkelijk aan alles. In Osaka waar hij woont is blijkbaar een grote Henro winkel, dan wel on-line. Hij had me dat vorig jaar al verteld. Ik zeg hem dat hij wel een reisbureau voor de Henro kan beginnen. Nou, dat is hij niet van plan, hij wil grssg mensen helpen, naar hij kan dat niet bij iedereen doen. Blijkbaar ben ik een van de gelukkigen. Hij neemt twee weken vrij en rijdt 400 km. om mijn Henro te begeleiden en zijn vrouw blijft thuis....
Hij kan niettemin toch ook nog wat nuttigs voor zichzelf doen. Dit gedeelte van de route heeft hij al lang gelopen maar hij miste nog de nokio, de stempel van tempel 40. Toen hij daar aan kwam was die namelijk nog of al dicht, dat weet ik even niet. Hoe dan ook, die pagina was nog blanco. Die tempel ligt helemaal in het zuidwesten van Shikoku dus het is zo ongeveer de slechtste die hij kon missen, Hij moet er vanuit Osaka het verste voor rijden.
Eerst gaan we nog snel naar de family mart voor wat noten en rijstcrackers, voor onderweg. Er is op dit gedeelte vsn de route verder weinig of niets verkrijgbaar, vandaar. Water en groene thee had ik nog. Dan rijdt hij mij naar het punt waar ik vorig jaar ben gestopt. 15 km. buiten Uchiko. Toen wou ik de bus terug nemen maar dat werd op zondag de taxi. Die heb ik nu weer, de andere kant op en deze keer helemaal gratis. Nobuhiko-San wil nog snel wat fotoās nemen maar hij staat wat onhandig op de weg. Een andere auto moet bij het huis zijn en kan er niet goed voorbij. Ik moet me sterk vergissen maar volgens mij is het de man die vorig jaar toevallig naar buiten kwam en voor mij een taxi heeft besteld. Nobuhiko vertelt het hem meteen maar er gaat geen lichtje branden. Ik kan me vergissen.
Nobuhiko heeft zich ook vergist of misschien had ik het niet goed doorgegeven. Hij denkt dat ik vanaf Uchiko verder moest, maar ik had dus die 15 km ten noorden ervan vorig jaar al grlopen. Daarom heeft hij de eerste overnachting afgebeld en heeft hij een nieuwe geregeld. Daardoor is het niet 5 km. maar 16 km. Vijf is ook wel erg weinig, zelfs op de eerste dag. Ik ben wel laat weg, maar ook 16 km. moet goed te doen zijn al gaat het op het eind behoorlijk omhoog. Daarom is het fijn dat ik alleen een dagrugzakje nodig heb. Er zijn vandaag geen tempels op de route dus de stempelboeken blijven ook in de auto liggen. Het eerste gedeelte gaat langs de weg 379 en is zeer goed te lopen. Het tempo zit er goed in en ik stop alleen af en toe kort voor wat fotoās van de prachtige bloesem die nu op het mooist is. Er zijn ook wat speciale rustplekken voor Henro en daar liggen in een plastic bakje altijd gastenboeken met de ervaringen van de diverse pelgrims. Ze komen uit de hele wereld. Van Zuid America tot Taiwan en van Canada tot Nieuw Zeeland. Ook uit heel veel Europese landen en uiteraard Japan! Het meeste kan ik niet lezen, want die zijn in de meerderheid. Onderweg kom ik geen enkele Henro tegen en verdere osettai blijven achterwege, er wordt door niemand wat aangeboden. Met de zware stijging erbij ben ik toch in goed drie uur bij mijn onderkomen.
De gastvrouw komt op het pad al naar me toe gelopen en verstrekt in prima Engels de.nodige informatie. Ze complimenteert me met mijn paar woorden Japans, nou dat mag geen naam hebben. Ze blijkt Yoko te heten en ze stelt me voor aan haar man Hiroshi. Er zijn ook wat scholieren die vakantie hebben en komen helpen met het planten van bomen. Het hele huis is ook van hout en zo veel mogelijk duurzaam. Even later komt xe me thee brengen en liefst twee plakken cake, ik denk van eigen makelijj. Ze is uitermate vriendelijk en beleefd zonder dat het overdreven is en zeer belangstellend.
Als ze vraagt waarom zoveel buitenlanders de Henro lopen en zo geinteresseerd zijn in Japan begin ik in het algemeen over dat karakter van zo veel Japanners. Je hoort dit van bijna iedereen, dat komt steeds terug en er staat weer een perfect voorbeeld voor me. Daarom en waarschijnlijk ook door de vermoeidheid schiet ik ineens vol. Ze weet zich even geen raad en ik geneer me lichtjes en excuseer me. Gelukkig herpak ik me snel. Ze stelt voor om de ofuro vol te laten lopen,goed plan. Daarna voel je je weer als herboren. Ondertussen is de andere gast ook gearriveerd. Een jonge zwaar bepakte Italiaan, Carlo die er dik 30 km. op heeft zitten. Daar begin ik niet (meer) aan, al zaten dergelijke dagen er vorig jaar door verkeerd lopen, dus onbedoeld ook bij. Terug op de kamer hoor ik allerlei insecten die ik door het raam naar buiten laat. Die hebben het overleefd, mijn bril die op de grond naast mijn futon op de tatamimatten lag, helaas niet. Ik heb gelukkig nog een andere bij me, wel in de auto. Nou ik heb wel een stok bij me maar dat is Kobo Daishi ik vertrouw erop dat ik morgen nergens tegen aan zal lopen. Misschien kan die in Matsuyama, de hoofdstad van de derde prefectuur Ehime, nog gemaakt worden. Daar hoop ik over een paar dagen te zijn.
Om 18,00 uur is het eten gepland, de avondmaaltijd, bangohan. Het is niet meer heel warm maar toch heerlijk.Ik ben alleen met de Italiaan en we krijgen sake van Yoko. Carlo blijkt een echte wereldreiziger te zijn. Hij heeft een jaar in AustraliĆ« gewoond en gewerkt en is nu voor een paar maanden hier. Vanaf half maart loopt hij de Henro We zitten nu op dik 720 km,en 24 dagen wandelen betekent dus 30 km. gemiddeld per dag. In dit tempo is hij over twee weken klaar en dan in zoān terrein, ongelooflijk. Ik loop de helft van hem en ben naar schatting twee keer zo oud dus als je die twee factoren vermenigvuldigt kom je op hetzelfde uit.... :-)
Hij vertrekt morgen al om zes uur, hij hoeft geen ontbijt en betaalt daarom nu alvast. Ik maak mijn blog af waar ik voor het eten al mee begonnen was en kan een paar uur eerder naar bed dan gisteren en tevens met wat minder alcohol.
Zondag 7 april 2024
Yoko-San vraagt ās-morgens als ze me voor het ontbijt roept of ik goed geslapen heb. So-so zeg ik, een beetje laā la dus. Ik heb ook Valdispert bij me die je zo bij de drogist kunt halen maar daar ben ik niet zo van. Sommige tablettten zijn ook al wat geplet en misschien zijn ze wel over de datum, ik heb ze al lang niet meer gebruikt. Ik zit helemaal alleen aan de ontbijttafel want de Italiaan is al om 06.00 uur vertrokken, een uur geleden. Hij haalt in het dorp wel wat zei hij gisteren. Hij wil vandaag 40:kilometer gaan lopen met 4 tempels onderweg. Ik kan er met mijn pet niet bij. Op de tafel staat al yoghurt klaar met heerlijk vers fruit. Aardbeien, banaan, sinaasappel en grapefruit. Ook die laatste twee soorten zijn helemaal schoon gemaakt.. Er zit geen vliesje meer aan. Daarna komt er nog een bordvullende omelet,, het lijkt wel een dikke pannenkoek. Het is veel te veel maar ik eet alles op. Ik pak mijn boeltje en wil afrekenen maar dan vraagt Yoko-San of ik Eddy-San ken. Ik versta het niet goed, ze bedoelt Elly-San, Ella Juhrend de moeder van de Nederlandse Henro. Ze zijn goede vriendinnen en ze was vorig jaar nog hier. Yoko-San zegt dat ze al een tijdje niks meer van haar heeft grhoord en ze maakt zich grote zorgen. Daarom vraagt ze of ik misschien kan en wil informeren. Ik beloof haar mijn best te doen. We babbelem nog verder en voor ik het weet is het al half negen, de hoogste tijd om te gaan. Ik reken af en geef haar de klompjes die ik al mijn broekzak had zitten. Na haar verhaal over de Nederlandse Henro verwacht ik dat ze die al een stuk of 10 heeft maar dst blijkt zeer mee te vallen. We nemen hartelijk afscheid en ik ben weg.
Gevoel voor richting is niet bepaald mijn sterkste eigenschap, en ik loop derhalve aan de verkeerde kant het erf af. Dat is snel hersteld en even later sta ik op de weg voor de tweede wandeldag. Het asfalt was maar van korte duur., heel snel ga ik de bossen in op weg naar tempel 44. Daar wacht Nobuhiko San op me en gaan we samen verder lopen. in het dorpje net ervoor wordt er een markt, een matsuri georganiseerd. De kramen worden opgebouwd. Tegen tienen ben ik bij de eerste tempel van mijn Henro van dit jaar. Nobuhiko is dan ook net gearrriveerd. Omdat ik het belangrijk vind om alle handelingen in de goede volgorde uit te voeren gaat het waarschijnlijk daarom prompt mis. We lopen de bron voorbij waar je je handen en polsen kunt reinigen. Daar moet je mee beginnen en daarna ga je naar de gebedshallen. We llachen er een beetje om en laten het maar zo. Nobuhiko San spreekt de sutra uit voor zijn tante die onlangs is overleden. Ik haal mijn stempel op, tegenwoordig voor Ā„ 500. De Italiaan was er niet blij mee, net is inderdaad een flinke verhogimg van Ā„ 300 naar Ā„ 500. Mijn boek is half vol.
We lopen verder afwisselend over asfalt en door de bossen, klimmend en dalend. In de bossen loop je noodgedwongen achter elkaar en kun je weinig praten. Op het asfalt des te meer en dat doen we dan ook. Tot we plotselimg stil houden. Op een paar meter afstand kronkelt een slang over de weg zich warmend aan het asfalt en de eerste zonnestralen. Het is een behoorlijk best van minstens een meter. De schrikreactie valt mee ook al is het de allereerste slang die ik tijdens mijn Henro ooit gezien heb. Ik hoor en lees van diverse Henro dat ze die regelmatig zien. Nobuhiko zegt dat het zeker niet de gevaarlijke mamushi is en ook niet de andere voorkomende gifslang. Het is wel vlak bij een huis, ramen en deuren dicht houden.
Even later komen we de Italiaan tegen. Hij is al bij tempel 45 gweest en op weg daarna naar toe loop je een stukje dubbel. Je komt op hetzelfde punt terug en je kunt je zware bagage daarom achter laten. Dat heeft de Italiaan ook gedaan, hij heeft alleen een plastic tasje bij zich met zijn stempelboek. Nobuhiko kijkt zijn ogen uit, hij weet niet wat hij ziet. Bij de eerstvolgende rustplek gaan we lunchen, het is al bijna half twee. We hebben allebei lekkere ssndwiches gekocht met een drankje erbij. Ik had ook nog een zakje macadamia noten gekocht, daar is mijn wandelmaat wel voor te porren. Daarna volgt een ongelooflijk zwaar stuk op weg naar de tempel over oneffen bospaden, dat zijn ze meestal. We klimmen tot bijna 800 meter en bovenop de heuvel staan oude gedenkstenen waar Nobuhiko veel over weet te vertellen. Vervolgens nog een moeilijke afdalimg voor we arriveren bij tempel 45. Ik ben doodop en heel blij dat we er zijn. De inspanningen worden wel beloond want de tempel ligt er prachtig bij op de heuvels tussen de bossen. Ik vind het een van de mooiste tot nu toe. Dan is het nog twee kilometer naar ons onderkomen. Zo blij als we er om 5 uur zijn. Nobuhiko moet dan ook nog met de bus zijn auto ophalen dienog bij tempel 44 staat. Ik ga na het inchecken metern naar de onsen. Wat een weldadig gevoel na deze zo zware dag. Om half zeven staat het eten klaar. Het Is ontzettend veel, sashimi, tempura en udon met vlees en groenten die staat te pruttelen in de hotpot. We nemen er een halve liter Asahi bij en omdat die zo heerlijk koud is daarna nog een. Nobuhiko gast naar de onsen die tot 10 uur open is en ik schrijf mijn blog die voor vandaag klaar is.
Maandag 8 april.2024
Deze nacht heb ik heel goed geslapen. Na de sanitaire stop maar kort wakker gelegen. Ik ben er heel blij mee en voel me fit. Na het prima ontbijt kan ik vanaf hier,, Furiyawa so tussen tempel 44 en 45 mijn route vervolgen. Nobuhiko-San loopt vandaag niet mee, hij gaat andere dingen doen. Ik loop aan de rechtse kant langs de doorgaande weg en mis daardoor de afslag naar links. Ik besluit toch om door te lopen omdat die routes na een paar kilometer weer bij elkaar komen. En zo kom ik Nemoto-San tegen uit Tokyo, zij is op weg naar tempel 45 en ik naar 46. De route gast hier twee kanten op. Ze begroet me met een high five en is heel enthousiast. Ze vraagt natuurlijk waar ik vandaan kom en ze zegt dat ze al in veel Europese landen is geweest maar nog niet in Nederland. Dat gebeurt vast en zeker nog een keer. We ruilen onze contactgegevens en lopen verder. De route is nog een paar kilometer gelijk aan die van gisteren maar dan de andere kamt op. Ongeveer op hetzelfde punt als gisteren stop ik pardoes weer van de schrik. Er kronkelt opnieuw een slang midden op de weg. Zo zie je er de hele Henro geen een en dan ineens twee dagen achter elkaar. Het lijkt dezelfde soort te zijn, lichtbruin, beige, wat ribbelig, circa 1-1,5 meter lang. Misschien was het wel dezelfde. Ik wil een foto nemen maar dan is het reptiel al lang in de berm en achter een golfplaat verdwenen. Het was opvallend genoeg opnieuw dichtbij de bewoonde wereld en niet in een rustig bos, Wellicht is het daar deze tijd van het jaar nog te nat en te koud. Heel bijzonder en mooi dat je dezedieren in het wild ziet.
In het dorp splitsen de routes zich. Je kunt hier drie kanten op naar evenzo veel tempels, Nummer 44, 45 en 46. Volgens de kaart moet ik hier naar rechts naar tempel 46 maar ik zie zo snel geen teken. Nog een keer goed kijken en dan zie ik een piepklein Henro figuurtje dat naar rechts wijst. Mijn vermoeden klopte.
Nu volgt er een zwaar stuk, het is de deride bergetappe achter elkaar. Het gaat behoorlijk omhoog en verderop in het bos zie ik over een heel stuk ineens een dread met allergen lege bierblikjes eraan. Die rammelen wat door de wind en zijn blijkbaar bedoeld om wild boars tegen te houden. Dat zijn misschien vegetariers maar ik zie er gelukkig geen een. Als ik het bos uitloop komt net Henro toilet als geroepen want ik moet hoog nodig plassen en dat will ik niet in het wild doen . Ik trek mijn broek omhoog en heb te laat in de gaten dat de zak van mijn Henro hesje nog open staat. Op de een of andere manier vallen de twee rolletjes met de Ā„ 5 minuten zo de toiletpot in. Door het gewicht gaat het klepje van de wax naar beneden en verdwijnen ze in het riool. Acht ja, in Nederland moet je er ook voor betalen. Ik zal Nobuhiko maar niet vertellen dat ik zijn osettai door de WC heb gespoeld.
Als ik even daarna terug ben bij de doorgaande weg begint het te regenen. De eerste bui tijdens deze Henro. Het kan me niet deren, ik ben blij met mijn Henro rugzak en de bijbehorende beschermende regenhoes. Voorsl vanwege de mooie tekens natuurlijk. Net voor mijn vakantie had ik nog een mooie regenbroek gekocht die je aan de zijkant helemaal open kunt ritsen. Je hoeft je schoenen dan niet uit te doen. Lekker makkelijk bij het aantrekken. Monter vervolg ik mijn weg, ik kan de komende 7 kilometer snel vooruit ook al regent het behoorlijk. Na de lunchpsuze vergeet ik mijn stok weer eens mee te nemen. Lekker onhandig want ik moet weer onverhard terrein op. Net op dat moment stopt er een auto. Een mevrouw die heel goed Engels spreekt geeft me een splinternieuwe regencape en daarna ook nog een zak snoepjes. Zoveel goedheid verdient een tegenprestatie: de volgende klompjes.
Het regent nog steeds en tijdens de afdaling door het bos glij ik een paar keer bijna uit op de gladde stenen. Uiteindelijk kom ik weer op een asfaltweg terecht en kan ik opnieuw meters maken. In het laatste dorpje voor de tempel kan ik in het postkantoor pinnen en net voor de afgesproken tijd van vier uur ben ik bij de tempel. Die bezoek ik morgen, dan zijn er meer tempels onderweg en dasrom had ik nu de boeken niet meeegenomen.
Op weg terug naar het hotel slaat Nobuhiko nog wat drank in. Hij is een whiskey liefhebber en wil vanavond nog een afzakkertje met mij drinken. De komende dagen ben ik alleen op pad en gaat hij andere dingen doen. Terug in het hotel pak ik snel mijn vuile was. Ik ben bijna door de voorraad schone kleren en sommige dingen trek je al vaker aan. Terwijl de was draait gaan we de onsen in en daarna eten, natuurlijk met Asahi. Daarna gaat de was in de droger en wij naar de borrel op de kamer van Nobuhiko. Die is heel gezellig en hij zegt heel mooie dingen. Hij is behalve ontzettend aardig en behulpzaam ook heel verstandig. Mijn kleine flesje likeur is leeg de whiskey van Nobuhiko nog lang niet. Die fles is ook wat groter en de inhoud veel sterker. De was is droog en ik gs terug naar mijn kamer om weer wat te schrijven. Het was een mooie dag.
Weer naar Japan
Maandag 1 april 2024
Mijn zus moest er op deze 2e Paasdag ook behoorlijk vroeg uit en staat rond half negen al bij mij op de stoep. Ondanks een kleine omweg arriveren we toch op tijd op Schiphol waar wandelmaat Reint uit de hoofdstad al op ons staat te wachten. Zijn reis was wat korter. We hebben nog voldoende tijd voor koffie en wat lekkers. Marianne vertrekt iets eerder want die gaat vanmiddag haar eigen vakantie plannen, Reint en ik drinken nog een tweede mok. Nog voor twaalven nemen we afscheid en ga ik naar de controles. Met nog ruim een uur te gaan denk ik voldoende tijd te hebben maar dat valt zwaar tegen. De bagagecheck duurde al een half uur en bij de paspoortcontrole daarna begint het echt te nijpen. Ik word steeds nerveuzer en vriendelijk maar heel sneaky schuif ik steeds wat verder naar voren. Niet bepaald het standaard gedrag in het land van mijn bestemming, maar ja nood breekt af en toe wet. Als de dienstdoende beveiligster het tijdstip van boarding ziet maakt ze snel het lint open en laat ze me door. De gate heeft gelukkig een laag nummer dus dat moet vooraan zijn schat ik in. Dat blijkt te kloppen, ik ben er vijf minuten voor de sluiting, zucht. Bijna 2023 in de herhaling met een dag vertraging, maar toen kon ik er niks aan doen... Het loopt zelfs iets uit dus ik kan ook nog gauw naar het toilet.
Ik zit helemaal achterin naast een Japanner met zijn oudste zoon. Ze zijn een week in Nederland geweest, gelukkig diuurt mijn vakantie wat langer. Iets voor me zit een heel jeugdteam van VVV Venlo met natuurlijk een paar begeleiders, āalles heej is VVVeejā Ze waren me bij de controles al opgevallen en ik had gehoord dat ze ook naar Japan gingen. Ik heb jarenlang in Arcen gewerkt, nu gemeente Venlo, dus hun dialect versta ik prima. De kinderen spraken overigens bijna allemaal ABN. Streektaal verdwijnt langzaam maar zeker, zelfs blijkbaar in Limburg. De jonge voetballers blijven maar rondjes rennen in het vliegtuig. Nou ja, meer rechthoekjes, van het ene toiletblok naar het andere en over het andere gangpad weer terug. Zeker om de beentjes wat soepel te houden. Alleen als de stewardesses met hun karretjes rondrijden worden ze wat opgehouden. Het ging zo de hele vlucht door, iedere keer als ik wakker was liepen ze langs me heen. Ze moeten doodmoe zijn en na aankomst gaan ze zo ongeveer meteen door naar het trainingsveld vertelde een van de coaches. Ik vraag hem hoe het komt dat deze jonge gasten zoān mooie reis kunnen maken, ik zie het de jeugdteams vsn andere clubs nog niet zo snel doen. Er zijn al een lange periode contacten met de Japanners zei hij, sinds de tijd dat Honda voetbalde in āhet stedje vsn plezeerā Hij maakte later nog furore bij AC Milan.
Behave dit regionale team was er ook een landelijk team aan boord, volgens mij de selectie van Jong Japan, het meisjesteam. Ze droegen tenminste allemaal het nationale tricot van Blue Samurai, kan niet missen. En dat met reclame van Kirin, een van de grootste biermerken op een sporttenue, bijzonder. Van slapen kwam ondertussen niet zo veel terecht, af en toe een half uurtjje, dat was het. Evengoed bereikten we met hoogstens wat turbulentie zonder problemen Japan en was het ineens zeven uur later. Het eerste uur tijdsverschil had ik in Nederland al ingehaald.
Dinsdag 2 April 2024.
Iets te laat geland, maar in Nederland hadden we al een half uur vertraging dus de geschatte vluchttijd klopte precies. Na het liefst twee keer invullen van ongeveer hetzelfde formulier ben ik door de douane. De bureaucratie doet hier zeker niet onder voor de Nederlandse. De douanebeambte vraagt of ik vaker in zijn land ben geweest en wat ik precies kom doen. Als ik hem vertel dat ik een gedeelte van de Henro, de pelgrimsroute op Shikoku wil gaan lopen is hij helemaal onder de indruk. Eenmaal in de aankomsthal wil ik als test eerst gaan pinnen. Dat lukt niet en ik denk er ineens aan dat ik mijn bankpas nog niet geactiveerd heb voor pinnen buiten Europa. Dat doe ik strraks wel bij Jiro, als ik WiFi heb. De eerste paar dagen verblijf ik bij hem, om wat uit te rusten en te acclimatiseren voor ik naar Shikoku ga. Ik heb met hem afgesproken bij het Keio Plaza Hotel vlakbij Shinjuku, waar zich het drukste treinstation ter wereld bevindt, circa 4 miljoen passagiers per dag. Bij een van de belies koop ik een kaartje voor de bus naar het genoemde hotel. De rit duurt dik anderhalf uur met een paar tussenstops. Vliegveld Narita ligt circa 60 km.ten oosten van Tokyo en vervolgens moet je deze gigantische metropool nog in. Bij de hoofdingang van het hotel waar de bus stopt is het rustig en Jiro ziet me al meteen vanaf de straat. Dat ging iets soepeler dan vorig jaar in Shinjuku. De ontmoeting is zoals altijd allerhartelijkst. Hoe vaak gaan we dit nog meemaken? Dit jaar bereik ik de laatste tempel nr. 88 nog niet maar Jiro als het goed is wel die leeftijd. .
Als ik instap denk dat hij een andere auto heeft maar dat is een misvatting, ik zag wel dat het merk hetzelfde was gebleven, dat kan dan ook moeijlik anders. Onderweg gaat hij nog even boodschappen doen. De catering moet ook op orde zijn. Hij kan zijn auto bij zijn broer parkeren die naast hem woont. Aan beide kanten heeft hij nog 10 centimeter over, Het past allemaal net. Jiro toont me de logeerkamer, het bed is een kwartslag gedraaid maar verder is er niets veranderd. Dan is het tijd voor een biertje van de shirtsponsor met wat hapjes erbij. Als we zijn bijgepraat gaan we siĆ«sta houden. Ik ben doodmoe en Jiro gaat denk ik ook even liggen. Wel jammer van het mooie weer. Tot half zes hebben we gezegd. Dan wil Jiro naar een heel lokale bar waar volgens hem alleen Japanners komen. Als wij arriveren is het nog maar net open en wij zij daarom de eerste gasten. Later volgen er meer, inderdaad geen āgajinā het is ook wel heel moeilijk te vinden in die kleine steegjes, maar Jiro kent zijn wijk natuurlijk op zijn duimpje, van Alzheimer is geen sprake. Ongelooflijk hoe fit hij nog is, lichamelijk en geestelijk. Je kunt er voor tekenen.
De eerste warme sake komt op tafel en daarna heerlijke hapjes teiriyaki en tempura, typische Japanse gerechten. Als hij wat gedronken heeft komt iedere keer de ellende in de wereld ter sprake en vooral het oorlogsgeweld. Als ākind van Hiroshimaā hoopt hij dat het in Gaza en OekraĆÆne voorbij is voordat hij dood gaat. Dan moet dat niet te lang meer duren. De manier waarop hij dit alles vertelt raakt me steeds opnieuw, vooral in het licht van zijn geschiedenis en zijn levenslange trauma.
Jiro wil weer afrekenen, als ik niet oplet betaalt hij iedere keer alles, dat wil,ik voorkomen. Thuis bij hem gaat het vrolijk verder met sake en ichiko. Dat is nog een veel sterker goedje van 35%, het lievelingsdrankje van Jiro. Tot slot komt er ook nog zelf gebrouwen pruimenjenever op tafel.Afzakkertje, slaapmuts, voor zover nog nodig. De alcohol stijgt me lichtelijk naar het hoofd, van schrijven komt niks meer. Bedtijd om een uur of tien.
Woensdag 3 april 2024
Vanzelfsprekend als een blok in slaap gevallen, maar rond twee uur moet ik er uit voor de nachtelijke sanitaire onderbreking. Daarna slaap ik weer lastig in, maar ik tel dan in gedachten steeds tot 100:in diverse talen en dan lukt het. Je kunt maar een methode hebben. Ik slaap door tot negen uur. Jiro had dat als vertrektijd in gedachten voor het programma van vandaag. Dat is niet helemaal geslaagd. Gelukkig heeft hij me laten liggen. Dat is morgen anders waarschuwde hij.... Hij is al duik met het ontbijt aan de slag en dan kan ik nog even douchen. Iedere dsg eet hij bij het ontbijt hetzelfde vertelt hij. Prima toch, hij is er al heel oud mee geworden. Lekkere omelet, cornflakes en wat fruit. Ik vertel hem dat mijn ontbijt wat simpeler is. Heerlijk tijdens de vakantie, maar dit duurt me wat te lang, zeker doordeweeks voor het werk.
Om half elf vertrekken we pas, nogal wat later dsn gepland. Het weer is verre van ideaal, lichte tot matige regen. Wel fijn dat we eerst in de hus en de metro zitten. Jiro woont in Honancho in het westen van Tokio en we gaan vandaag naar Kiyosumi in het Oosten van Tokyo. Daar arriveren we tegen de middag. maar dat maak niet uit. Eerst bezoeken een van de ongeveer 10 mooie Japanse tuinen van Tokyo waar gelukkig de informatie ook in het Engels vermeld staat. Ze hebben zelfs folders in diverse talen maar dat werkt niet met dit regenweer. En ik heb maar een plastic hoesje bij me. Die is voor de plattegrond van Jiro. In de tuin zijn zelfs schildpadden maar dir laten zich moeilijk zien met dit druilerige weer. Toch heb ik er eentje kunnen spotten.
Het is een mooie tuin en in de zon lijkt het me hier heerlijk toeven opnemen van de bankjes in en bij het theehuisje. Wij gaan verder naar het vlakbij gelegen museum en dat is dus gelukkig binnen. Het is het streekmuseum van dit gedeelte van Tokyo met een nagebouwde buurt met verschillende soorten handeldrijvende bewoners en hun woning. Het doet denken aan het Arnhemse openluchtmuseum, fijn dat het zeker vandaag overdekt is. Aan het eind is er ook nog een kleine tentoonstelling over een van de grootste sumo worstelaars van Japan, Taiho, die 45 wedstrijden achter elkaar ongeslagen was. Nog beter dan PSV. Hij is inmiddels ooverleden maar net voor zijn dood heeft hij nog de hoogste onderscheiding ontvangen van de toenmalige premier Shinzo Abe die ook al niet meer onder ons is. Een paar jaar geleden is hij volgens mij tijdens een verkiezingsbijeenkomst vermoord, misschien wel bekend. Dat komt helaas niet alleen in Nederland voor. Zijn vrouw stond ook op de foto, nu weduwe.
Na het museum willen we nog wat mooie sakura bomen langs het water gaan spotten, maar het is dit jaar laat zegt Jiro, het mooiste moet nog komen. De lunch hebben we vanwege het late ontbijt overgeslagen maar nu beginnen we allebei toch wel trek te krijgen. Het is echter nog maar vier uur, een beetje vroeg voor het avondeten, dat is het nog niet. Er is ook nog niet veel open en daarom besluiten we maar terug te gaan naar zijn wijk. In de metro dommelt Jiro al snel in, dus ik moet zelf opletten. De charmante jonge vrouw dir naast me komt zitten heeft het in de gaten en is zeer behulpzaam. Dat is niet echt nodig maar soms laat ik me graag adviseren.
Ze vraagt waar ik vandaan kom en als ik antwoord uit Nederland begint ze meteen over Mifi,Nijntje dus van Dick Bruna, die kent hier iedereen. Namae wa desuka. Ze blijkt Nana te heten net als de twee maal gouden Takagi van 2018 op de Winterspelen in Zuid Korea. Ze informeert of ik hier alleen ben, nu (helaas) even niet. Zij moet er in Shinjuku uit, de drukte in, wij slechts een halte verder. Dan vinden we snel een restaurant, Jiro wil soba eten, een soort noedels. Ik eet ramen met tempura, een soort gevulde noedelsoep. Ik weet niet of ik het allemaal goed uitleg, anders maar even googelen voor verdere informatie? En misschien zijn er wel lezers die van de Japanse keuken beter op de hoogte zijn.
Eenmaal thuis drinken we nog een glas bier en een veel kleiner glaasje sake. Niet te veel, want ik wil aan mijn dagboek beginnen. Jiro gaat uitgebreid in bad, in de ofuro en daarna slapen dus nu heb ik de tijd. Tussendoor heeft hij vanwege de aardbeving voor de kust van Taiwan zijn wandelvriendin Roos die in Taipei woont nog gemaild Het heeft even geduurd, een paar uur, de batterij is bijna leeg, maar ik ben voorlopig bij. Ik hoop vanaf nu zoveel mogelijk dagelijks te schrijven. Morgen verder. Dan komen er als het goed is ook fotoās, dat lukt nu even niet.... jammer genoeg.
Donderdag 4 april
Het slaappatroon was hetzelfde als gisteren, ik moest er alleen wat eerder uit dus de nacht was wat korter. Niettemin heb ik de jetlag al aardig verstouwd denk ik zelf. Jiro is al weer druk in de weer met het ontbijt. Dat doet hij hartstikke goed. Hij is volledig in fe kost bij zijn schoonzus die naast hem woont maar hij krijgt zelf regelmatig gasten over de vloer. Zijn Zweedse ex-vrouw dir hij in Japan heft leren kennen waar ze werkte en zijn zoon met zijn familie die in Stockholm woont. Daarnaast nog diverse wandelvrienden vanuit de hele wereld waaronder uit Nederland. Die heeft hij na zijn pensioen allemaal leren kennen toen pas zijn echte leven begon zoals hij steeds vertelt. En of dat nog niet genoeg is nodigt hij ook al mijn familie, vrienden en bekenden uit, wie ook maar naar Japan komt om gratis bij hem te overnachten. Hotel Jiro zegt hij dan. Dat heeft hij al een paar keer herhaald.
Hij heeft ook voor vandaag een mooi programma bedacht. We gaan naar het zuiden van Tokyo en vanaf de āGolden Gate Bridgeā van de Japanse hoofdstad over de Sumida rivier, de waterweg naar de Grote Oceaan lopen we naar de oude vismarkt van Tsukiji. Toen ik dik twintig jaar geleden voor de eerste keer in Japan was ben ik daar al eens geweest. Een āmoetjeā voor iedere toerist volgens alle reisgidsen. Toen was ik er ās-morgens in alle vroegte met de eerste metro, dat red ik nu niet.... dat hoeft ook niet want de markt is intussen verplaatst.
Ik kan me de joekels van diepgevroren tonijnen nog goed herinneren die met motorzagen in moten werden verdeeld. Vervolgens werd alles met opbod verkocht door een veilingmeester die op een zeepkist stond. De bestie gedeelten aan de duurste restaurants. Tegenwoordig schijnen de duurste stukken voor honderden ā¬ā¬ per kilo van de hand te gaan of misschien nog meer. De blauwvintonijn wordt ook steeds schaarser en Japan vangt het leeuwendeel.
Daar zie ik deze keer niks vsn. De reis naar de brug duurt alles bij elkaar al bijna anderhalf uur. Zeker omdat we in Shinjuku besluiten om alvast een treinticket te kopen voor morgen. Gezien de grote drukte is dat niet onverstandig. Ik zou morgen nog in tijdnood komen.
Rond de middag zijn we dan toch aan de wandel, het is er prachtig weer voor, een graad of 20, bewolkt, maar droog. Vanaf de brug hebben we prachtig uitzicht over de skyline van Tokyo. De belangrijkste handelsgebouwen in het financiele centrum en verder de Tokyo Tower, een soort Eiffeltoren en natuurlijk de Tokyo Sky Tree vsn 634 meter. Dat is een van de hoogste grbousdn ter wereld en vanaf het bovenste platform kun je bij helder weer de ongeveer 100 km. verderop gelegen Fuji-vulkaan zien liggen. De hoogste en mythische heilige berg van Japan van 3.776 meter. Ook daar is het uitzicht prachtig als je niet al te veel pech hebt.
Wij wandelen vrolijk verder en komen langs een strandje aan de rivier dat ik me eveneens nog herinner. Ook van die eerste reis en later met Kimi nog een keer. Jiro is in een jolige bui.Hij maakt een foto en wil die naar Xianās wandelvrienden sturen met de mededeling dat dit Hawaii is. Daar wil hij graag nog een keer naar toe. Als ik vraag waar de rieten rokjes dan zijn is het stil. Later komen we nog langs de nieuwe vismarkt en rond half drie zijn we bij de oude. In de rondom liggende steegjes is het inderdaad een drukte van belang. Veel westerse toeristen die je er natuurlijk zo uitpikt. Dat zullen ze ook van mij zeggen...
We kunnen nog mooi heerlijke sashimi eten in een van de kleine restaurantjes. Heel fijn gesneden rauwe vis, onder andere zalm en tonijn met sojasaus en de pittige wasabe. Logens Jiro is het hier na drieƫn wel een keer afgelopen. Dan waren we nog net op tijd.
We hebben ongeveer tien kilometer in de benen en de terugweg gaat dus helemaal met het openbaar vervoer. Eerst de metro en dan de bus. Jiro is weer voortdurend aan het knikkebollen en ik ben ook moe. Om vijf uur weer āthuisā. Eerst een biertje terwijl Jiro het bad last vollopen zodat ik kan genieten van zijn ofuro. Als ik er uit kom staan er grote schalen eten op tafel. Zijn schoonzus heeft uitgebreid gekookt, meer dan genoeg voor twee personen. Ik eet een flink deel maar Jiro laat het allemaal liggen en probeert me nog meer onderhand letterlijk door de strot te duwen.... eh even niet, voordat ik behalve mijn rugzak nog meer kiloās op Shikoku mee moet sjouwen. De gastheer heeft alleen oog voor de inhoud van de glazen, bier, sake en de onvermijdelijke ichiko. Ik zeg hem dat ik mijn dagboek nog wil bijwerken en om 20.00 uur is het genoeg. Dan kan ik gaan schrijven en hij gaat uitgebreid badderen, zijn dagafsluiting. Ik hoop dat er niet te veel schrijffouten in staan, daar kan ik zo slecht tegen. Na voltooing van mijn Henro, ja je weet het niet maar ik ga ervan uit dat dat binnen een paar jaar het geval is, zal ik de hele tekst nog eens nalopen en waar nodig corrigeren en aanpassen. Met Polarsteps kun je er een mooi boekwerk van laten maken maar omdat ik destijds met Reis Mee begonnen ben hou ik het hierbij.
Terug naar Tokio
Maandag 10 april 2023.
Weer een vrij onrustige nacht gehad. Misschien gisterenavond toch te zwaar getafeld en in de wetenschap dat de wandeltocht, de Henromichi ????? nu echt voorbij is. Als je deze 5 hiragana tekens kent kom je al een heel eind en kun je de route volgen: he-n-ro-mi-chi. Ik ga voor het ontbijt nog lekker in bad. Ik hoef niet meer te lopen en heb alle tijd. Ook voor het inpakken, dat had ik niet meer helemaal afgerond. En de flesjes bier en het flesje whiskey dat nog over is zijn van glas en die moeten wel heel aankomen in Tokio. Ik check uit en de card van het hotel mag ik houden. Ik weet niet waarom, staan daar ook al punten op of zo omdat ik hier heb gelogeerd? Geen idee en ik heb er ook niet naar geĆÆnformeerd. Rond 09.00 uur ben ik op het station zodat ik me niet hoef te haasten met het kopen van de kaartjes. Met Google translate vraag ik de medewerker of ik al een kaartje kan kopen tot en met Tokio. Dat kan en dat lukt. Hij helpt me perfect en laat me op de kaartjesautomaten zelfs de stoelen uitkiezen, net als in een vliegtuig. Ik wil zeker in de Shinkansen naar Tokio links aan het raam zitten, dan heb ik hopelijk nog mooi zicht op de Fuji.
Voorlopig ben ik nog op Shikoku. Eerst van Uchiko naar Matsuyama, ook de eerstvolgende grotere stad op de wandelroute. Is het de hoofdstad van Ehime? Als we het station naderen zie ik links wel een groot voetbalstadio of is het voor een andere sport?Spelen ze in de J-League? Ik heb 10 minuten om over te stappen maar de trein naar Okayama staat op hetzelfde perron, meteen achter de trein waar ik net ben uitgestapt. Dit gedeelte van de reis duurt bijna drie uur, de stoel kan achterover en ik doe af en toe een hazenslaapje. Op Google maps volg ik met het blauwe bolletje de route in noordoostelijke richting. Ik pak ook mijn Henrogids erbij en zie dat we in plaatsen komen die ook allemaal op de wandelroute liggen. Dat kan ook bijna niet anders, die gaat ook met de klok mee en loopt grotendeels langs of vlakbij de kust. Ik zit er al op te vlassen dat ik volgend jaar ook weer een paar keer een paar nachten op dezelfde plek kan logeren en van de trein gebruik kan maken zodat ik zonder bagage kan lopen. Dat is een groot verschil. Iets na de middag is er nog een stop in Utazu, de allerlaatste halte op Shikoku. Daarna rijden we over een lange spoorbrug onder de snelweg, twee verdiepingen dus, naar Honshu, het grootste eiland van Japan, ten noorden van Shikoku. Weer rijden ook nog over wat mini eilandjes, waar met een soort spiraal nog wel een afrit is voor de autoās. Er staan ook huizen en andere gebouwen. Misschien wel een hotel of restaurant? Net voor we het station van Okayama binnen rijden moet de trein nog even stoppen. Dat is waarschijnlijk een groter station omdat daar ook de Shinkansen stopt. De seconden tikken weg en ik heb hier ook maar 10 minuten om over te stappen. En met een paar minuten vertraging nog minder. Iedereen haast zich de trein uit. Er moeten meer mensen naar de Shinkansen veronderstel ik. Die loop ik maar snel achterna. Die vertrekken vanaf de tweede verdieping. Ik moet een lange trap op omhoog, maar eenmaal daar moet ik nog het perron zoeken. Dan zie ik in een flits 13.20 uur Tokio. Dat perron moet ik dus hebben. Snel met mijn kaartje door het poortje. Ik ben op tijd, 1-2 minuten voor vertrek. Ik weet niet of ik voor de goede deur sta, maar dat interesseert me niet. Als ik maar binnen ben. Ik blijk bij coupe 8 te staan en ik moet naar 12. Als ik daar ben is de trein al aan het rijden. Links van de gang staan twee stoelen en rechts drie. Van de stoelen links is er overal eentje bezet. Ik heb stoel 11E maar op stoel 11D zit een oudere man die al half lijkt te slapen. Dus ik ga rechts zitten 11 A tot en met C daar zit nog helemaal niemand. Iets wat Japanners waarschijnlijk ānooitā zouden doen. Nou ja, zolang er niemand komt te zitten met een kaartje voor deze gereserveerde plaats. We passeren Shin Kobe en Shin Osaka. Allemaal aparte stations voor de Shinkansen. In Kyoto zwaai ik in gedachten nog even naar Seiko. Pas in Nagoya komen er mensen binnen die een kaartje hebben voor de rij stoelen rechts waar ik zit. Ik sta uiteraard meteen op en ga op mijn stoel zitten. De man kijkt even op en gaat netjes wat opzij. Hij had volgens mij al lang in de gaten dat ik naast hem had moeten zitten. Ik ben wel mooi op tijd voor de Fuji. Die doemt al vrij snel op. Rond de top ligt nog behoorlijk wat sneeuw zie ik, maar er hangen ook veel wolken dus helemaal goed zichtbaar is deze mythische vulkaan niet die ik meer dan 10 jaar geleden samen met Kimi heb beklommen. Dat was ook een hele onderneming maar die duurde maar twee dagen heen en terug. Rond half vijf ben ik op station Tokyo, maar ik moet naar Shinjuku, daar heb ik met Jiro afgesproken. Met de regionale trein richting Takao waar Kimi woonde ben ik er in een kwartiertje, maar dan? Shinjuku is het drukste station ter wereld met veel verdiepingen en diverse uitgangen. Jiro heeft me wel vijf mailtjes gestuurd hoe ik moet lopen. In ieder geval naar de westkant bij een politiekantoortje? Dat doe ik maar ik blijk een verdieping te hoog te zitten. Ik wil hem bellen maar krijg geen gehoor. Dan informeer ik nog aan de balie bij een medewerkster. Zij spreekt goed Engels en geeft me een plattegrond met de juiste route. Ik val natuurlijk op met mijn Henrohoed die ik nog steeds op heb en eindelijk komt Jiro op me af lopen. Het is gelukt. Jiro weet uiteraard welke buslijn we moeten hebben, de Keio-line. We moeten er op het eind pas een keer uit. Het is een kilometer of vier maar het schiet niet op omdat het hartstikke druk is en er veel verkeerslichten zijn. Een schildpad is nog sneller zegt. Jiro. Hij zit achter me in de bus en als ik omkijk zie ik dat hij indut. Er stappen al veel mensen uit maar wij moeten nog even verder zegt hij. Dan kijk ik om en slaapt hij weer. We zijn bij het eindpunt, Jiro schrikt wakker. We moeten aan de andere kant van de weg een paar haltes terug. Nu let hij gelukkig wel op en zijn we er in een paar minuten. Het is intussen helemaal donker maar Jiro weet natuurlijk de weg feilloos te vinden en kent alle kleine straatjes. Het kleine sportparkje met de sintelbanen herken ik nog van de heenweg en als we daar het trapje afdalen zijn we er voor ik er erg in heb. In mijn slaapkamer naast de keuken zie ik wat ik allemaal heb achtergelaten. Dat zal toch ook allemaal weer mee terug moeten. Volgend jaar moet ik zeker nog minder meenemen. Ik installeer me terwijl Jiro van alles op tafel zet. Hij loopt ook af en toe de achterdeur uit. Zijn broer en schoonzus wonen naast hem en zorgen tegen betaling goed voor hem. Zijn schoonzus kookt voor hem en bestiert grotendeels het huishouden. Nu heeft ze ook heerlijke dumplings bereid. Jiro loopt weer even weg en komt binnen een minuut met een dampend vol bord terug. Ondertussen blijft hij de sake maar bijschenken. Hij maant me indirect wat door te drinken. Als zijn glas al bijna leeg is, is het mijne nog halfvol. Zo kletsen we gezellig bij en vertel ik over al mijn ervaringen op Shikoku. Jiro zegt dat hij de volgende keer niet meer meegaat. Al die bagage steeds meesjouwen dat is toch wat te veel.
Dinsdag 11 april 2023.
Goed geslapen maar wel op tijd wakker om mijn verslag af te maken. Jiro maakt ondertussen al een lekker ontbijt klaar met omelet en yoghurt met verse aardbeien. Die zijn hier al volop verkrijgbaar. Ik spring daarna nog even onder de douche en Jiro checkt zijn e-mails. Hij woont in de wijk Harajuku in het Westen van Tokyo dus we gaan daar eerst wat dingen bekijken veelal wandelend. Eerst naar de beroemde Meji Shrine met de grootste toegangspoorten, Tori van Japan. Onderweg er naar toe komen we langs de gebouwen van de NHK de nationale omroep en oude gebouwen van de Spelen van 1964. Jiro vertelt dat er op het terrein van de Shrine veel bomen zijn aangeplant die uit heel Japan komen. Het is een heel park met horeca, souvenirwinkeltjes en een museum. Verderop staan er aan weerskanten van het pad grote stellages met aan de ene kant allemaal wijnvaten en aan de andere kant allemaal sakevaten. Nu kan ik me het weer allemaal herinneren, met Kimi ben ik hier ook eens geweest. Het is een drukte van belang en er lopen onderhand meer buitenlandse toeristen rond dan Japanners. Behalve natuurlijk aan de gezichten zie je dat ook aan de lichaamsbouw. De verschillen zijn soms wel heel groot en schrijnend. Jiro zegt dat hij hier vaak loopt met zijn wandelclub en we gaan in hetzelfde restaurant eten waar zij dan altijd lunchen. We kunnen heerlijk buiten zitten, het is hier al 25 graden. Ik vraag Jiro hoe het dan in juli is. Ja, die hitte en de hoge luchtvochtigheid zijn vreselijk zegt hij. Ik zie in de reisgids iets staan over een winkelstraat met de kawai-cultuur. De ālevende poppenā jonge meiden in allerlei schattige roze kleuren. Er staat overigens ook een āConchita Wurstā in dezelfde outfit. Jiro vindt het niks en ik heb het eveneens snel gezien. We nemen nu de bus en de trein naar het noorden. Daar weet Jiro nog een mooie tempel waar hij vaker komt maar ik ben de naam even kwijt. Het is dan al later in de middag en niet meer zo druk. In mijn reisgids heb ik iets gelezen over een leuk biercafe en we gaan daar naar toe voor een klein proeverijtje om de dag af te sluiten. We komen langs het station waar de keizerlijke familie vaak opstapt als ze met de trein reizen zegt Jiro. Er staan inderdaad allemaal hekken omheen, je kunt daar het perron niet zomaar oplopen. Het is een klein station. Dat is natuurlijk veel beter te beveiligen dan een groot station. De drie proefglaasjes bier smaken prima, Jiro houdt het bij een gewoon glas en we eten er wat nootjes bij. We zijn nog redelijk vroeg en hebben nog plek aan een tafeltje maar de zaak loopt al snel aardig vol. Ook hier diverse toeristen, het staat in meer reisgidsen, maar tevens Japanners die hier vaker lijken te komen. Ze gaan joviaal met het personeel om. Jiro en ik stappen maar weer eens op en kopen bij een winkel waar ze kant en klare maaltijden verkopen okonomyaki, een soort dikke Japanse pannenkoek met groente, ei, vlees of vis. Bij de Family Mart neemt Jiro nog een pak ichiko mee want de voorraad sterke(re) drank moet worden aangevuld. Zo komen we de avond wel door. Zijn schoonzus had echter weer van alles gekookt. Een lekkere stoofpot met veel groenten en vlees dus de okonomyaki maar gauw in de koelkast gedaan. We halen herinneringen op over onze wandelavonturen en Jiro vertelt hele verhalen over de verschillen tussen Japan en de westerse wereld. Hij heeft in Amerika gestudeerd en gewerkt en tevens in diverse andere landen. Hij is met een Zweedse getrouwd geweest dus hij kan er wel over oordelen en heeft enig recht van spreken. Heel interessant. Om 22.00 uur wil hij naar het nieuws kijken en ik ga slapen.
Woensdag 12 april 2023.
Vanmorgen net als gisteren eerst weer de blog bijgewerkt. Dat moet ik
vanavond voor vandaag toch ook doen want morgenochtend lukt dat niet meer. Jiro is weer flink aan het kokkerellen en na het ontbijt ga ik douchen en draai hier nog een wasje. De machine hapert
echter of is afgeslagen. We moeten dus nog langer wachten want we moeten de was ook nog ophangen. Ondertussen probeer ik on line in te checken voor mijn vlucht morgenochtend om 09.40 uur. Dat hoop
ik althans. Een week voor vertrek heb ik tijdens het WK schaatsen in Heerenveen de terugvlucht nog moeten wijzigen omdat de oorspronkelijke vlucht was geannuleerd. Ze boden me een vlucht een dag
eerder aan maar ik heb verzocht om een terugvlucht op de geplande dag, donderdag 13 april. Dat is met een e-mail bevestigd maar ik kreeg vanmorgen wel een appje van ANA, zustermaatschappij van
Lufthansa dat ik vandaag word verwacht op Haneda. Ik ben benieuwd of ik morgen kan vliegen?
Tegen de middag eindelijk op pad. We zijn heel laat, maakt niet uit. Bij station Tokyo dat wat weg heeft van het centraal station van Amsterdam zijn we uitgestapt. Volgens Jiro is het daar op
geĆÆnspireerd. We gaan naar de tuinen van het keizerlijk paleis. Daar ben ik nog niet geweest. Het is nog steeds prachtig weer dus we kunnen een paar uur rond lopen. Daarna een late lunch. We zien
de bekende dubbele Seimonbrug nog en daarna lopen naar een bijzondere Indische tempel, Honjogo als ik het goed zeg. Die is aan het eind van de middag al dicht maar de buitenkant is ook mooi. Als
afsluiter gaan we nog naar een speciaal biercafƩ. Er zijn er meerdere met dezelfde naam en we lopen eerst naar de verkeerde. Dan maar het adres intikken, dat is handiger. Ik neem nog twee
verschillende pints ? Niet te zware, dat scheelt. Jiro houdt het bij eentje voor hij weer in slaap valt zegt hijā¦. We hebben ook wat te knabbelen erbij. De rekening kan ik niet helemaal volgen. Hoe
duur zijn die hapjes nou toch? En waarom komt er nog 10% bij. Na enige uitleg is het me duidelijk. Niet dat ik betoept word. Dat doen Japanners niet/nooit, maar ik wil het gewoon graag weten. Dan
snel naar huis, daar is ook nog wat te eten en te drinken en het wordt toch al een kort nachtje. De restjes van gisteren moeten op en of het nog niet genoeg is heeft zijn schoonzus ook weer wat
gekookt. Voor de laatste keer komt er sake op tafel en dan is het bedtijd. Morgenochtend pak ik mijn rugzak wel in.
Donderdag 13 april 2023.
Vroeg eruit. Half vijf voor de zekerheid. Scheren en douchen. Dat vooral, daar komt de komende 24 uur niks meer van en ik ben bang nog wat langer. Daarna begin ik mijn āzootjeā in te pakken. Die (bijna te) aardige Nii-San heeft nog een folder naar Jiro gestuurd ter attentie van mij met alle Henroartikelen uit de winkel in Osaka. Er zitten leuke hebbedingetjes tussen. Ook heeft hij nog een hoop snoepjes meegestuurd met het logo van Kobo Daishi erop. Zes zakjes, ik geef er drie aan Jiro, die heeft ook gelopen. De allerlaatste osettaivan Nii-San. Daar staat slechts een klompje van mij tegenoverā¦ . Om zes uur op weg naar het vliegveld , bus, metro en nog een metro. Terminal 3 moet ik hebben.
Lange rijen en uitgebreide controles op Haneda. Ik heb de tijd wel nodig. Het is een lange vlucht van circa 15 uur omdat we helemaal om Rusland heen vliegen over de Noordpool. Links naast me zit een Duitser en rechts een Japanner. Om half zes lokale tijd in Munchen. Een uur later vlucht naar Schiphol met gelukkig extra beenruimte. Mijn zus verwelkomt me met een mooie bos bloemen en ook wandelvriend Reint is er weer. Hij had me een maand geleden ook uitgezwaaid. Leuk. We drinken nog koffie en praten natuurlijk over mijn vakantie. Daarna met de auto naar huis. Mijn zus had een lange dag en is ook moe. Rond middernacht lig ik eindelijk in bed. Het was een prachtige vakantie. Volgend jaar hopelijk verder.